Failliet of niet
Leuke oneliner van hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot: ‘Laat slecht verpleeghuis failliet gaan’. Groot pleit hiervoor in reactie op het extra geld dat het kabinet beschikbaar stelt om betere zorg en extra medewerkers mogelijk te maken. Een zinloze exercitie, vindt hij, een verkeerd signaal waarmee slecht gedrag wordt beloond.
Groot is kort van memorie. Staatssecretaris Martin van Rijn heeft nog slechts een paar maanden geleden aangegeven streng te zullen zijn bij de verdeling van het extra geld. Er zal goed op worden toegezien dat het geld niet ‘wegglijdt’ naar zorgvastgoed, hogere inkomens voor het bestuur of luxere dienstauto’s.
Als een verpleeghuis failliet gaat, waar laat je al die mensen dan?
In zijn pleidooi voor faillissement van slecht presterende verpleeghuizen legt Groot een parallel met ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties. “De wereld is niet vergaan na het faillissement van thuiszorgorganisatie Meavita en het Slotervaart Ziekenhuis”, stelt hij. Daarom vraagt hij zich af waarom het zo erg zou zijn als een verpleeghuis failliet gaat.
Misschien heeft hij gelijk, maar hij gaat wel voorbij aan één cruciaal verschil: in een ziekenhuis of thuiszorgorganisatie wonen geen mensen. In een verpleeghuis wel. En natuurlijk kan dat na een faillissement een doorstart maken, maar als die mislukt, waar laat je die mensen dan? En hoe voorkom je dat in de nasleep van het faillissement en de rompslomp die een doorstart met zich meebrengt de aandacht voor de persoonsvolgende zorg uit het oog verdwijnt, zeker als personeel wordt ontslagen of wegloopt? Streng toezien op het handelen van de raad van bestuur of zo nodig een bestuurder de laan uit sturen is vanuit het cliëntenperspectief een elegantere aanpak.
1 reactie
Anders dan bij thuiszorg en ziekenhuizen heeft het verpleeghuis een stabiele bezetting en dus ook een stabiele geldstroom. Als die onvoldoende is om de kosten te dekken moet het vrij eenvoudig te achterhalen zijn waarom dat is door te vergelijken met andere huizen. Dat kan dan een bestuurbare oorzaak zijn die kan worden gecorrigeerd waardoor het faillissement kan worden voorkomen.
Het kan ook een oorzaak zijn die lastiger is bij te sturen. Te duur onroerend goed, langdurig ziek personeel (dat door de werkgever moet worden betaald, ook bij een ski-ongeluk) of gewoon erg trouw en dus relatief duur personeel. In dat geval valt er lastig iets te sturen en is de conclusie dat het huis onder die voorwaarden niet financieel gezond te krijgen is.
In alle gevallen is tijdig signaleren absoluut noodzakelijk. En daar ontbreekt het nogal eens aan. Dan komen de problemen te laat op tafel en is er geen redden meer aan. En dat terwijl de directie die verantwoordelijk is voor de gang van zaken vaak aanspraak maakt op een hoge beloning vanwege vermeende bestuurlijke kwaliteiten. De voorbeelden zijn legio denk ik.
Jaap Uithof
8 september 2017 / 10:53