Favoriete pil: Het boek van Job

De favoriete pil van gynaecoloog/perinatoloog n.p. Hajo Wildschut is Het boek van Job van Annemarie Haverkamp. “Hartverscheurend, teder en ontroerend tegelijk.”

Beeld De Beeldredaktie/Diederik van der Laan

“Het boek van Job greep mij bij de keel”, zegt de Amsterdamse gynaecoloog Hajo Wildschut. “Annemarie Haverkamp verwoordt op indringende en openhartige wijze, zonder ooit sentimenteel te worden, hoe het is om te leven met een gehandicapt kind. Elke arts zou het moeten lezen om zich beter te kunnen verplaatsen in ouders die hiermee te maken krijgen.”

Journaliste Annemarie Haverkamp beviel in 2004 van een zoon met een chromosoomafwijking die gepaard ging met terugkerende gezond­heidsproblemen en ziekenhuisopnames. “Haverkamp en haar man waren hier niet op voorbereid”, vertelt Wildschut. “Maar toen hun zoon er eenmaal was, moesten ze verder, elk op hun eigen wijze.”

Haverkamp wijdde haar wekelijkse column in de krant aan het lief en leed met de ondanks zijn broosheid altijd vrolijke Job, tot hij overleed op zijn 17e. “Ze schrijft dat als ze had geweten wat haar te wachten stond, ze er nooit aan zou zijn begonnen, maar ze zegt ook dat ze in dat geval de liefde van haar leven zou zijn misgelopen”, vertelt Wildschut. “Het is hartverscheurend, teder en ontroerend tegelijk.”

Ze schrijft dat als ze had geweten wat haar te wachten stond, ze er nooit aan zou zijn begonnen, maar ze zegt ook dat ze in dat geval de liefde van haar leven zou zijn misgelopen

Wildschut zelf kreeg een kleinkind met een ernstige stofwisselingsziekte (met overigens veel betere vooruitzichten dan Job). Hij zegt veel situaties uit het boek te herkennen, zeker uit de tijd dat hij nog gynaecoloog was op de afdeling prenatale geneeskunde van het Erasmus MC.

“Al aan het begin van mijn carrière viel mij op dat gynaecologen veel medisch-technische informatie gaven in de spreekkamer, bijvoorbeeld over de kans op het krijgen van een kind met downsyndroom”, zegt Wildschut. “Ouders kregen daarbij nauwelijks te horen wat leven met een kind met een chromosoomafwijking feitelijk betekent.

Later heb ik met collega’s uit andere disciplines een boek geschreven over foetale en neonatale screening op aangeboren afwijkingen, dat zorgverleners handvatten geeft om met ouders te bespreken wat de verschillende screeningtesten inhouden en wat de eventuele gevolgen zijn van een afwijkende bevinding voor henzelf en hun (ongeboren) kind.”

Hij vond het ook altijd belangrijk zwangere vrouwen in heldere, eenvoudige taal − ‘begrijperlands’ −, uit te leggen waar ze aan toe waren. “Ook bereidde ik ouderparen erop voor dat zij vaak verschillend omgaan met de situatie, zeker bij verlies van een kind, en dat zij moeten proberen elkaar dat niet te verwijten.”

Hajo Wildschut publiceerde met journaliste Marjanke Spanjer het boek Over tijd. Kantelpunten in de naoorlogse geboortezorg.

Delen