Geen drie maar zes

Wie verbaasd is over het feit dat de zorgpremie volgend jaar bij DSW geen drie maar zes euro per maand stijgt begrijpt niet dat het ministerie van VWS helemaal niet gaat over de premiestijging van de zorgverzekeraars, en volgt de ontwikkelingen niet. Het ministerie kan wel zeggen ‘We verwachten dat…’, maar het zijn de zorgverzekeraars die berekenen hoeveel zorgpremie ze van hun verzekerden nodig hebben om zorg te kunnen inkopen.

Dat bestuursvoorzitter Aad de Groot van DSW nu zegt dat de stijging van zes euro onontkoombaar is, is geen verrassing. Zijn voorganger Chris Oomen zei vorig jaar rond deze tijd – bij het bekendmaken van de zorgpremie voor 2019 – al: “Lonen en prijzen zullen blijven oplopen en er worden elk jaar nieuwe uitvindingen gedaan die ook worden vergoed”. De Groot voert die argumenten nu eveneens aan en voegt eraan toe dat de mogelijkheden om de premiestijging beperkt te houden door uit de reserve te putten eindig zijn. Diezelfde waarschuwing hoorden we de afgelopen jaren ook al van de andere zorgverzekeraars.

Het zijn de zorgverzekeraars die berekenen hoeveel zorgpremie ze van hun verzekerden nodig hebben

De Pavlov-reactie van Henk van Gerven van de SP via Twitter was geheel voorspelbaar: “5procent meer zorgpremie DSW in 2020, 72 euro meer per jaar. Twee maal zoveel als kabinet voorspelde. Dit systeem is niet houdbaar. Tijd voor een ander stelsel”. Maar helaas is die reactie niet alleen voorspelbaar maar ook weinig constructief. Een ander stelsel helpt niet. Het enige dat helpt is keuzes maken: niet langer “Ik ben er toch voor verzekerd” als uitgangspunt nemen, maar uitsluitend in het basispakket van de zorgverzekering vergoeden wat bewezen meerwaarde heeft. Ook het lef hebben om eruit te verwijderen wat er ooit in kwam maar toch niet voldoende waardevol blijkt te zijn. En wat overblijft alleen vergoeden als het op de juiste plaats wordt ingezet.

Delen