Geen stenen maar steun
De buitenpoli die het Groningse Martini Ziekenhuis opzette in Bedum, in de hoop de ziekenhuiszorg in Noordoost-Groningen dichterbij de patiënten te brengen, is wegens gebrek aan succes alweer binnen een jaar gesloten. Een dure vergissing.
In één zin van de woordvoerder uit de berichtgeving schuilt niet alleen het antwoord op de vraag waarom het succes uitbleef, maar ook wat het ziekenhuis beter had kunnen doen: “Maar wat ook meespeelde is dat ze in Bedum alleen consulten konden doen, maar patiënten voor verder onderzoek zoals echo’s of röntgenfoto’s toch naar het ziekenhuis moesten.” Inderdaad, wat heb je dan aan zo’n buitenpoli? Of in ieder geval: wat heb je er dan aan om daarvoor zo’n heel gebouw neer te zetten? Dat kost een paar centen en het gebouw bestaat al: de huisartsenpraktijk. Voor ziekenhuizen die dichterbij de patiënt willen komen is geen gebouw nodig, maar is nodig dat de medisch specialisten de deur uit gaan.
Voor ziekenhuizen die dichterbij de patiënt willen komen is geen gebouw nodig, maar is nodig dat de medisch specialisten de deur uit gaan
Niet iedere medisch specialist zal hiervoor geporteerd zijn, maar ieder ziekenhuis beschikt over een aantal oudere specialisten, dicht tegen hun pensioen aan of misschien al net met pensioen. Professionals dus die het niet meer nodig vinden om de wereld te bestormen, maar die wel een macht aan ervaring hebben waarmee ze de huisartsen kunnen helpen. Niet alleen om mee te denken over de vraag of verwijzing naar het ziekenhuis voor een aanvullend onderzoek wel nodig is. Maar ook om huisartsen kleine medische verrichtingen te leren zodat die in de eerste lijn kunnen worden gedaan en de patiënt er niet voor naar het ziekenhuis hoeft. Hopelijk is het Martini Ziekenhuis sadder and wiser na de mislukking in Bedum en kiest het nu ook deze route.
2 reacties
Beste Frank,
Dank voor je blog, met jammer genoeg wel een belangrijke onjuistheid.
Het Martini Ziekenhuis heeft niet geïnvesteerd in stenen; de buitenpoli van het Martini Ziekenhuis was gevestigd in een door het ziekenhuis gehuurde ruimte binnen een bestaande huisartsenpraktijk.
In deze setting hebben we in een pilotfase veel geleerd over de mogelijkheden én moeilijkheden van het voeren van een polikliniek buiten het ziekenhuis. In dit geval bleek de inzet niet evenredig met het resultaat voor patiënten en zorgverleners en hebben we besloten deze pilot niet voort te zetten.
In plaats daarvan richten we ons meer op andere vormen van samenwerking met de eerste lijn. Denk dan aan initiatieven op het gebied van teleconsultatie, thuismonitoring, of het werken in en opbouwen van regionetwerken, zoals het hoofdpijnnetwerk voor fysiotherapeuten.
We zijn dus zeker wiser, maar niet heel veel sadder.
Hans Feenstra
Voorzitter Raad van Bestuur Martini Ziekenhuis
Hans Feenstra
7 november 2017 / 13:01Gelukkig niet veel sadder dan Hans, bedankt voor je nuancerende bericht. Al is het huren van een afzonderlijke ruimte natuurlijk toch een investering in stenen. Als het om een pilot gaat snap ik dat op zich ook wel, maar tegelijkertijd vraag ik mij toch af waarom niet meteen naar alternatieven is gezocht die je als ziekenhuis écht dichterbij de patiënt brengen. Alternatieven dus waarin juist de samenwerking met de aanbieders in de eerste lijn centraal staan. In de curatieve zorg zijn immers alle pijlen gericht op substitutie van tweede naar eerste lijn. Daarin kunnen de medisch specialisten een belangrijke rol spelen, door kennis over te dragen naar de huisartsen en andere aanbieders in die eerste lijn. Bernhoven en andere initiatieven laten zien dat daarover ook afspraken te maken zijn met de zorgverzekeraars.
Frank van Wijck
7 november 2017 / 13:13