Geluk

Nederlanders gunnen een medische behandeling in veel gevallen liever aan een jongere dan aan een oudere, stelt gezondheidseconoom Liesbet Lawerman-van de Wetering. En ze zijn kritisch over de vraag of een behandeling wel in het basispakket hoort als de patiënt na die behandeling nog steeds in een relatief slechte gezondheid verkeert. Het zijn twee bevindingen uit haar proefschrift, waarop ze 12 mei promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Met die bevindingen moeten we wat, vindt Lawerman, want de stijgende kosten in de gezondheidszorg maken het onvermijdelijk om keuzen te maken over de vraag welke behandelingen wel en niet in het basispakket horen. Een terechte stellingname, want de bovenstaande voorbeelden geven aan dat er een grens is aan de solidariteit die mensen willen betrachten voor een zieke medemens. In haar proefschrift pleit Lawerman ervoor om bij beslissingen over de collectieve vergoeding van behandelingen niet alleen te kijken naar de bijdrage aan de gezondheid van mensen, maar ook naar de mate van geluk. Ze stelt dat deze bredere opvatting over pakketkeuzen beter aansluit bij de opvatting van Nederlanders over een eerlijke verdeling van middelen in de gezondheidszorg.

[Tweet “Er is een grens aan de solidariteit die mensen willen betrachten voor een zieke medemens”]

Misschien heeft ze daar wel gelijk in, maar geluk lijkt mij een uiterst moeilijk te vatten begrip. Om slechts één voorbeeld te geven: je zou denken dat het grootst denkbare geluk voor ouders is hun kind te zien opgroeien. Toch waarschuwen artsen juist ook voor gevallen waarin de behandeling van een ziek kind zulke vergaande consequenties heeft dat de vraag gerechtvaardigd is of overleving wel wenselijk is. Probeer tegen deze achtergrond maar eens het begrip ‘geluk’ te duiden. En dan ook nog eens met een definitie waarin de meerderheid van de bevolking zich kan vinden.

Delen