Gezond verstand

Met mijn collega’s spreek ik over de overgang van somatisch ziekenhuis naar de psychiatrie. Collega A. (ook in opleiding tot klinisch geriater) heeft er net als ik soms moeite mee. Plotseling worden we geconfronteerd met agressieve, psychotische patiënten en gemanipuleerd door mensen met een persoonlijkheidsstoornis, en ontmoeten we verslaafden met alle mogelijke psychosociale problematiek. Heel wat anders dan de dementerende en delirante patiënten waarvoor we eigenlijk hadden gekozen.

Collega B. (psychiater in opleiding) heeft wel bewondering voor ons. “Jullie doen dat werk zonder enige opleiding in psychotherapeutische gesprekstechnieken, zoals wij die krijgen. Ik heb geleerd welke interventies ik kan toepassen als een patiënt decompenseert, maar hoe doen jullie dat?”

Ik kijk collega A. aan en beiden halen we onze schouders op. We doen maar wat. Maar om dat toe te geven…

“Ik sprak onlangs de familie van een patiënt met een psychotische depressie”, vertel ik, “en ze wilden weten hoe ze met de wanen van hun vader om moesten gaan. Ze vroegen letterlijk naar mijn mening als medisch professional. Maar ik kan toch moeilijk zeggen dat hun vader de eerste psychotische patiënt is die ik ooit heb behandeld? Ik heb maar verteld hoe ik zelf op de waanbeelden van hun vader reageer. Maar daar is niets medisch aan. Gewoon wat gezond verstand.”

Collega B. knikt bedachtzaam. “Toch moet je dat niet onderschatten, hoor. Heel veel interventietechnieken binnen de psychiatrie berusten eigenlijk op niets anders. Het is prettig om de trucjes te kennen, maar het feit dat je hier werkt als arts wil al zeggen dat je wat dat betreft meer in je mars hebt dan de gemiddelde patiënt.”

Als ik die middag een patiënt met een ontslagwens spreek, denk ik aan de woorden van B. “Wat zou ervoor pleiten om nog even hier te blijven?” vraag ik. En samen met de patiënt bedenk ik alle redenen waarom het weleens verstandiger zou kunnen zijn om de opname nog wat langer te laten duren. Uiteindelijk besluit de patiënt zelf om langer in de kliniek te blijven.

Misschien is een dosis gezond verstand wel juist wat mijn patiënten af en toe nodig hebben.

Delen