Gezondheidsonderwijs
‘De zorgconsument moet worden heropgevoed en onderwezen’, lazen we gisteren in de Volkskrant. Een duidelijke en stevige boodschap van oud-algemeen chirurg Jan Groeneveld, die kan bogen op 39 jaar ervaring in ziekenhuiszorg en die naar eigen zeggen de zorg ‘heeft zien afglijden naar een consumptierecht voor verzekerden en een onuitputtelijke bron van inkomsten voor de zorgverleners’.
Jammer is dat hij pas nu aan de bel trekt en dit niet al ergens tijdens die 39 jaar deed als hij ook toen al zo duidelijk zag wat er mis was. Jammer is ook dat hij wat ál te enthousiast een aantal voorbeelden bij elkaar veegt van wat hij als niet noodzakelijke zorg beschouwt. Zeventig procent van de fysiotherapeutische zorg overbodig? De traumaheli niet noodzakelijke zorg? Discussie over de meerwaarde van beide juich ik zeker toe, maar waar is uw onderbouwing meneer Groeneveld?
De opmerking dat de zorgconsument moet worden heropgevoed en onderwezen is er wel een om over na te denken
Maar toch, de opmerking dat de zorgconsument moet worden heropgevoed en onderwezen is er wel een om over na te denken. Iedere arts zal het aangehaalde voorbeeld herkennen van patiënten die een foto of een CT-scan eisen en van patiënten die zich melden bij de dokter met een klacht die veelal snel spontaan overgaat. Onderwijs is de sleutel om hierin verandering te brengen, zoals Groeneveld terecht stelt. Het is dan ook te hopen dat in het volgende kabinet de ministers van onderwijs en volksgezondheid de samenwerking zoeken om hier een begin mee te maken.
Hiernaast is het natuurlijk ook zaak dat zorgaanbieders hun rol oppakken om te handelen naar het besef van wat wel en niet zinvolle zorg is. Dat, zoals Groeneveld stelt, de zorgverzekeraars de juiste partij zijn om erop te sturen dat dit inderdaad gebeurt, staat buiten kijf.
6 reacties
Hallo Frank, ik heb het stuk in de Volkskrant ook gelezen en herken er een aantal dingen uit. Het sluit mooi aan bij de discussie (vorige week gevoerd) over de (drukte op de) huisartsenpost en ‘wat daar nodig is / thuishoort en wat niet?’ Wat mij betreft, moet de patiënt niet worden (her)opgevoed, maar hij / zij mag wel worden voorgelicht. Mijns inziens zouden overheid en de beroepsorganisaties daarbij een rol mogen spelen, meer dan de zorgverzekeraar(s).
Jurriën Wind
1 december 2016 / 17:06Ach noem het (her)opvoeden of noem het voorlichten, in de kern komt het op hetzelfde neer. En ik denk dat het primair een taak voor de overheid is om dit te doen: de ministeries van VWS en OCW moeten samen regelen dat dit een plaats krijgt in het onderwijs. De zorgverzekeraars hebben er inderdaad minder een taak in. Die zijn er primair om de zorgaanbieders zo te sturen dat die zinnige en zuinige zorg leveren.
Frank van Wijck
1 december 2016 / 18:37Naast het feit dat voorlichting gewoon goed is, en dat voorlichting een taak is die wat mij betreft vooral bij de zorgaanbieders en in mindere mate de ZV samen ligt, gaat het ook om communicatie. Mensen willen uiteindelijk niet dat onderzoek, mensen willen gerustgesteld zijn. Dat is onderdeel van de professie van de hulpverlener.
Alberts
2 december 2016 / 14:47Ja, helemaal met je eens.
Frank van Wijck
2 december 2016 / 16:59Ook ik las het artikel in de Volkskrant. Mooi, dat je na zoveel jaren actief te zijn geweest in de Medische zorg wordt bevangen door de schoonheid genaamd ‘voortschrijdend inzicht’. Of is dit een foute interpretatie mijnerzijds en schrijft Jan Groeneveld slechts over datgene wat hij toen al in de praktijk bracht?
Zelf was ik medio jaren zeventig getuige van de volgende scene:
Ergens in een mooi dorp schurkend tegen een grote stad hield een bijzondere huisarts praktijk. Als artsenbezoeker ging je gewoon om 13.00 uur in de wachtkamer zitten en zag het dan langzaam vollopen. Rond 13.30 uur verscheen de dokter in de deuropening van zijn spreekkamer bezig zijn altijd te krappe witte jas aan te trekken. Ondertussen monsterde hij de mensen die er zaten te wachten. Al doende trok hij dan al een conclusie. Nadrukkelijk de personen aanwijzend die hij bedoelde, zei hij:
‘Jij, en jij ook. Jullie kunnen naar huis, jullie mankeren niets.’
Zonder weerwoord verdwenen de bedoelde personen. Nergens een wanklank. Ook niet van de anderen. Daarna mocht je als artsenbezoeker naar binnen om je verhaal te doen.
Die eerste keer maakte indruk. Ik vergat hem nooit. Ook al vanwege zijn zeer karakteristieke verschijning.
Soms als ik een oude film zie met daarin de acteur Gert Fröbe moet ik aan hem denken, waarbij ik mij nu, indachtig het artikel van Groenveld, de vraag stel:
‘Viel de aanpak van die bijzondere huisarts (van verschillende kanten nooit een vervelend woord over hem gehoord, want als het echt nodig was, stond ie d’r) onder de noemer ‘opvoeding en onderwijzing’ van patiënten?
.
Joep Scholten
2 december 2016 / 22:24http://www.telegraaf.nl/tv/nieuws/binnenland/27157637/__Deze_reclame_mag_u_niet_zien__.html
Ohra is een label van CZ.
Het grote publiek weet nu ook hoe CZ denkt over zorgverleners.
Over hoe CZ denkt over zorgconsumenten wisten zorgverleners al.
Zorgeconomen hebben het systeemmodel Zorgstelsel 2006 bedacht uitgaande van de ratio van de zorgconsument.
De zorgconsument maakt altijd rationele keuzes. Dat stellen zorgeconomen die het systeemmodel ondersteunen.
Dat zorgeconomen ongelijk hebben maakt Ohra/CZ nu duidelijk.
Het spotje is al van het internet gehaald. De lange arm van Wim van der Meeren raakt ver en diep. Jaar van de transparantie is al weer 1 jaar voorbij. Zo kennen we Ohra/CZ.
Van de NZa zullen we hierover dus niets horen.
Wie heeft hier nu onderwijs nodig?
anh jansen
3 december 2016 / 23:17