Goede eerste indruk
De naam van Hugo de Jonge als nieuwe minister voor VWS (voor het onderdeel langdurige zorg) kwam voor veel mensen als een verrassing. Op Twitter werd meermalen de vraag gesteld wie De Jonge is. Geen vreemde vraag natuurlijk, want iemand die in het verleden ooit beleidsmedewerker van het CDA in de Tweede Kamer was en vervolgens politiek assistent van twee ministers van onderwijs, is daarmee nog geen landelijke bekendheid. Zeker jaren later niet meer, want hij is alweer sinds 2010 wethouder in Rotterdam.
Dankzij Zorgvisie weten we dat De Jonge charmant, gedreven en sociaal is. Wat meer inhoud over hem is terug te vinden in een interview dat Nederlands Dagblad in juni 2015 met hem had. Hij noemt in dit interview onderwijs zijn eerste liefde – hij begon zijn loopbaan ook als leerkracht – dus wat dat betreft zat hij als wethouder onderwijs, jeugd en zorg zeker op zijn plaats. Zijn overtuiging dat kinderen de kans moeten krijgen iets van hun leven te maken zegt hij altijd te hebben behouden. Het is een uitgangspunt dat zich goed laat vertalen naar zijn nieuwe functie als minister voor de langdurige zorg. Het vorige kabinet heeft altijd met veel nadruk gesteld dat ook mensen die langdurig van zorg afhankelijk zijn – of het nu kinderen zijn of ouderen – een volwaardige plaats in de samenleving verdienen.
In het interview in ND noemt hij de decentralisatie van zorgtaken naar de gemeenten “een beleidsabstractie van heb ik jou daar. De bedoeling is dat je daarmee het verschil maakt in het leven van mensen.” Het feit dat hij hierbij het voorbeeld eenzaamheid aanhaalt, laat zien dat hij aan zijn taak op het gebied van de zorg een brede interpretatie geeft. Voor een minister die belast is met de langdurige zorg een goed uitgangspunt.