Groot, groter, problematisch
VGZ-bestuurder Tom Kliphuis bevindt zich in goed gezelschap met zijn afkeurende woorden over de fusie tussen de Amsterdamse academische ziekenhuizen AMC en VUmc. De Nederlandse Zorgautoriteit had ook al laten weten niet overtuigd te zijn dat de publieke belangen worden gediend met deze fusie, omdat ze op basis van eigen berekeningen heeft vastgesteld dat de zorgkosten hierdoor met 15 procent kunnen stijgen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet mogelijke problemen voor de patiëntveiligheid. En GroenLinks stelde een hoorzitting in de Tweede Kamer voor, waarin de twee ziekenhuizen moeten uitleggen wat ze precies als de meerwaarde van die fusie zien.
Kliphuis gaat hier nu in felle bewoordingen overheen. Hij noemt de fusie ‘een megalomaan project’ waaruit een centrum ontstaat dat de neiging heeft ‘om zich als een academische monopolist te gedragen’.
Door de fusie van AMC en VUmc wordt de onderhandelingspositie van dit academische centrum wel heel erg sterk
Het is natuurlijk niet toevallig dat Kliphuis juist nu met zijn kritiek komt. In het jaarlijkse contracteringsproces is het ziekenhuizen en zorgverzekeraars wederom niet in alle gevallen gelukt om voor 12 november tot definitieve afspraken te komen. Hierin speelt een rol dat ziekenhuizen een sterke onderhandelingspositie hebben. En de onderhandelingspositie van een zo kolossaal ziekenhuis als dat gefuseerde academisch centrum in Amsterdam wordt wel heel erg sterk.
Toch betekent dit niet dat de zorgverzekeraars in dit geval machteloos staan. Kliphuis stelt dat AMC/VUmc de niet-complexe zorg moeten afstoten naar andere ziekenhuizen. Daarvan zijn er in de regio Amsterdam voldoende. Een zorgverzekeraar kán dit dus als eis op tafel leggen in de contractonderhandelingen met AMC/VUmc.