Harde les

“Kun je naar de afdeling komen? Meneer C. is erg benauwd.” Als je tijdens je dienst zo’n telefoontje krijgt van een verpleegkundige die anders nooit belt, weet je dat het menens is. Ik haast me naar boven.

Op zaal staat de verpleegkundige mij al op te wachten aan het bed van de heer C. Hij is een week geleden opgenomen met een virale gastro-enteritis, lees ik in de status die ze voor mij heeft klaargelegd. Een buikgriep, dus. Eigenlijk ging het de afgelopen dagen juist wat beter. Maar nu zie ik een zieke patiënt, die naar adem ligt te happen en erg angstig is.

Zoals mij is geleerd, bedenk ik onmiddellijk een rijtje mogelijke diagnoses. Longontsteking? Een longembolie? Overvulling? Gezien de hoeveelheid infuus die patiënt heeft gekregen, gok ik op het laatste. Ik neem wat bloed af om de ernst van het zuurstoftekort te meten en spreek met de verpleegkudige af dat zij patiënt alvast zuurstof en plasmedicatie geeft, in afwachting van een longfoto om mijn diagnose te bevestigen.

Nog voor de foto is gemaakt, word ik echter door het lab gebeld. Er is iets mis met het bloed van de heer C. Zijn zuurstofgehalte is in orde, maar de pH van zijn bloed is zo laag dat het bijna niet met het leven verenigbaar is. Zoiets krijg je niet van overvulling, weet ik, maar wat er dan wel aan de hand is? Geen tijd om daar over na te denken! Ik bel de IC-arts, die binnen twee minuten op zaal is. Binnen nog eens vijf minuten staan ook de arts-assistent van de chirurgie én de chirurg zelf op zaal.

De diagnose wordt, gelukkig, door de chirurgen snel gesteld: een ischemische (afstervende) darm. De heer C. moet onmiddellijk geopereerd worden om te redden wat er te redden valt. Hun eigen patiënt, die al bijna op de operatietafel lag, wordt in allerijl teruggebracht naar de wachtruimte en mijn patiënt wordt met haastige spoed naar het operatiecomplex gereden. Ik blijf vertwijfeld achter.

“Het was nooit in me opgekomen dat hij een ischemische darm kon hebben”, vertrouw ik de IC-arts toe, die ook is achtergebleven om het papierwerk in te vullen. “Die diagnose wordt vaak gemist”, zegt hij. “Gelukkig heb je meteen hulp ingeroepen. En de volgende keer zul je er wel aan denken.”

Ik knik. Maar wat een harde les!

Een uur later word ik door de chirurg gebeld: de heer C. had een volledig afgestorven darm. Ze hebben niets voor hem kunnen doen…

Delen