Het begin

‘U weet waarvoor u komt?’ Met deze vraag begint de huidarts het consult. Ik zit erbij, luister en kijk. Marie-José* knikt. Het is een merkwaardige openingsvraag. Zou de specialist ooit hebben meegemaakt dat een patiënt hierop zegt: ‘Nee, ik heb geen flauw benul’? Uiteraard weten mensen waarvoor zij zijn verwezen. Het lijkt een beetje de omgekeerde wereld van vroeger. Als huisarts begon ik normaliter een consult met de vraag: ‘Vertel eens waarvoor u komt?’

Marie-José had een plekje op haar huid dat maar niet wilde verdwijnen. Ze begon zich hierover zorgen te maken. Haar huisarts stelde haar gerust, maar was wel bereid tot een biopsie. Een paar dagen later belde hij echter op dat Marie-José toch naar de huidarts moest. De verwijsbrief zou via ZorgDomein naar de specialist worden gestuurd. Die wist dus waarvoor Marie-José kwam. Maar hoe volledig was de informatie in de verwijsbrief?

Hoe komt het dat de betreffende openingsvraag bij mij blijft hangen? Als coassistent leerde ik dat een consult moest beginnen met het zorgvuldig afnemen van een anamnese. Die omvatte een respectabele vragenlijst. Zelfs wanneer je eerst de verwijsbrief van de huisarts had gelezen, zei je nooit: ‘U weet waarvoor u komt?’ Huisartsen die specialisten volledig informeren verdienen een lintje. Dat gebeurde vrijwel nooit. Aanvullende vragen waren dus noodzakelijk.

‘Efficiëntie in de zorgsector betekent op de werkvloer meestal streven naar tijdwinst’

De huidarts stelt echter geen aanvullende vragen aan Marie-José. Misschien staat het beleid al vast en is het stellen van aanvullende vragen tijdverspilling. Maar zelfs wanneer een specialist het niet nodig vindt om aanvullende vragen te stellen, kan de patiënt nog wel met vragen zitten. In een verwijsbrief staat de klacht in de bewoordingen van de specialist. Wanneer een patiënt zelf zijn of haar klacht verwoordt, blijkt dat deze altijd onderdeel is van een verhaal.

Marie-José verbaast zich erover dat zij een verdacht plekje op haar huid heeft op een plaats waar nauwelijks zonlicht valt. En ja, nu zij toch bij de huidarts is, wil ze eveneens graag even aandacht voor een wondje op haar hoofdhuid. Zou de specialist daar alsjeblieft ook naar willen kijken? De huidarts reageert een tikkeltje pinnig: ‘Ik ben een wat neurotisch type en zal u van top tot teen onderzoeken. Doet u uw kleren maar uit.’

Er worden vijf verdachte plekjes gevonden, dus aanzienlijk meer dan dat ene verdachte plekje, waarvoor Marie-José werd verwezen. Het consult schiet nu van de eerste in de derde versnelling. Terwijl de huidarts razendsnel de bevindingen vastlegt in het dossier komt een assistente met benijdenswaardige routine twee biopten maken. Marie-José heeft nog wel vragen maar houdt wijselijk haar mond. Na een paar hectische momenten blijkt de specialist echter verdwenen.

Efficiëntie in de zorgsector betekent op de werkvloer meestal streven naar tijdwinst. Of dit de effectiviteit – het bereiken van de doelstelling – ten goede komt is nog maar de vraag. Een zorgvuldig afgenomen anamnese zou uiteindelijk wel eens efficiënter en effectiever kunnen zijn. Het zou kunnen dat de huidarts via ZorgDomein al een bericht naar de huisarts heeft gestuurd eer Marie-José de spreekkamer heeft verlaten. Uiteraard in de bewoordingen van de specialist.

* Om redenen van privacy is de voornaam gefingeerd.  

Delen