Het bos in
“En gaat meneer Bos er dan ook wat aan doen of roept hij alleen maar?” Een terechte vraag van een twitteraar bij het verwijt van Wouter Bos (bestuurder VUmc) dat de winsten van farmaceutische bedrijven schandalig hoog zijn en een steeds groter probleem worden voor de samenleving. Terecht vooral omdat Bos wel van alles riep daar op dat congres over dure geneesmiddelen in Groningen, maar geen enkele oplossing aandroeg. Een winstplafond werkt niet, farmaceutische bedrijven nationaliseren is een nepoplossing, een aanpak op Europees niveau komt niet van de grond omdat landen met grote farmaceutische bedrijven tegen zijn. En een discussie over een strakkere grens voor toelating van medicijnen is ‘erg lastig in Nederland’. Leuk zo’n opsomming van wat allemaal níet werkt, maar we worden er geen steek wijzer van.
Leuk zo’n opsomming van wat allemaal níet werkt, maar we worden er geen steek wijzer van
Bovendien zit er iets raars in de redenering van Bos als hij zegt dat geneesmiddelen maar een klein, maar wel snel groeiend deel van de zorgkosten uitmaken “terwijl de zorgkosten als geheel al een koekoeksjong zijn dat andere kosten zoals onderwijs uit het nest dreigen te stoten.” Hier zegt hij dus: we geven de schuld aan geneesmiddelen, maar het is de zorg als geheel die onbetaalbaar aan het worden is. Die boodschap diept hij verder echter totaal niet uit. Het blijft hangen in: de zorg wordt te duur, maar dat is zo’n rotboodschap dus wijzen we maar de farmaceutische industrie als zwarte Piet aan.
Dat is veilig, want het geeft ons een collectieve vijand en voorkomt dat we verder hoeven te denken dan onze neus lang is. Maar moesten we dat misschien niet toch eens een keer wel doen?
3 reacties
Frank, jij maakt de vergelijking met Zwarte Piet. In een van mijn verhalen over de medische stand leen ik van Ivo de Wijs. Ooit toverde hij de ‘debiele homofiele Joodse neger met een bult’ uit de kast als standaard piespaal waar het keurige gedeelte van de mensheid zich achter kon verschuilen als er iets misging.
Onweerlegbaar feit is nu eenmaal dat patiënt, arts en farmaceutische industrie alle drie de vruchten plukken van een goede samenwerking. Niet zelden zijn ze tot elkaar veroordeeld zodra het gaat om puur overleven.
In dat licht gezien is het vreemd dat sommige artsen er prat op gaan geen artsenbezoekers te ontvangen. Nee, ze willen niets te maken hebben met die aasgieren van de farmaceutische industrie, is hun ferme uitleg.
Ik ken die wereld en net zo als bij alle grote multinationals kom je daar de categorie carrière-tijgers tegen. Het is het soort mens (overwegend man) die elke opdracht van hun CEO ergens ver weg als een heilige boodschap zien en dus kritiekloos uitvoeren. Dat moet anders. Net zo als het navelstaren van sommige medici.
Dus ga in gesprek met vertegenwoordigers van vooral de innoverende farmaceuten. Hou de vinger aan de pols over wat daar intern gebeurt, gedraag je kritisch en stel alle lastige vragen die je kunt bedenken. Eis kwaliteit.
Prettig bijeffect van dit alles is, dat je de daar geoefende communicatieve assertiviteit ook kunt gebruiken bij de patiënt tegenover je.
Over de bureaucratisering van de zorg nog een opmerking. Met interesse lees ik de ervaringen van Ignace Schretlen. Tegelijkertijd ben ik verbaasd over de ongebreidelde tolerantie die daaruit komt bovendrijven. Medici gedragen zich vaak als onderwijzend personeel van scholen. Soms mokkend, maar nooit met tafels en stoelen gooiend, laten ze zich elke maatregel van boven opleggen.
Niet zelden is dat een sluipend proces.
Zo kan ik me herinneren dat de ‘clustermanager’ zijn intrede deed in ziekenhuizen. Ik vroeg aan specialisten wat ze er van vonden. De algemene insteek was dat ze het maar over zich heen lieten komen.
Tijdens een of andere bijeenkomst ontmoette ik zo’n keurig in het pak gestoken ziekenhuishotemetoot en vroeg wat nou precies zijn functie inhield. Zijn antwoord zal ik nooit vergeten: ‘Zijn belangrijkste taak was om niet zorg gerelateerde kosten zo veel mogelijk te beperken.’
Lang keek ik naar zijn gezicht. Op een of andere manier was ik op zoek naar de ironie, desnoods een diep weggestopt cynisme dat daarop te lezen moest zijn. Helaas.
Joep Scholten
7 juni 2017 / 12:00Helemaal met je eens Joep: met elkaar in gesprek blijven schept ruimte voor overleg en voor kritisch volgen. Afstand nemen beperkt je tot kritiek hebben met het risico de kern te missen.
Frank van Wijck
7 juni 2017 / 15:20