Het Plan

Glunderend komt de co-assistent zijn patiënt presenteren. Hij is zojuist een uur weggeweest en kan nu precies vertellen welke klachten de patiënt heeft en wat hij gevonden heeft bij het lichamelijk onderzoek.

“En wat denk je dat er aan de hand is? Wat wil je voor deze patiënt doen?” vraag ik. Verbijsterd kijkt hij mij aan. Geen idee, dat is jouw werk toch? Hij heeft gelijk. De co-schappen zijn je eerste intensieve ervaring met echte patiënten. Je hebt je handen vol aan het uitvragen van de dagelijkse inname van alcoholische eenheden en het differentiëren tussen het ritselen van je witte jas en crepitaties over de longen. Nadenken over beleid en vervolgstappen gaat vaak nog niet.

Ik loop mee, geef de patiënt een hand, vat samen wat ik van de co-assistent heb gehoord en stel aanvullende vragen. Ik beoordeel zelf de buik, kijk naar de laboratorium uitslagen en de röntgenfoto en maak een werkdiagnose. Met gepaste trots kan ik tegen mijn baas zeggen: “Kijk, dit is het probleem en volgens mij kunnen we A of B doen.” Ik presenteer de opties en de supervisor hakt de knoop door en stuurt daarmee Het Plan. Als arts-assistent ben je een actieve bijrijder. Soms stuur je bewust aan op A of B, als je zeker bent van je zaak. Soms stuur je onbewust mee, als de tunnelvisie ervoor zorgt dat je belangrijke details weglaat, omdat ze minder goed in Jouw Plan passen. Early-closure, een fameuze valkuil.

Als tijdens de avonddienst een patiënt op zaal achteruit gaat lukt het niet om Het Plan goed te presenteren. Mijn training helpt me om de patiënt te stabiliseren met vocht en zuurstof, maar ik heb geen rust in mijn hoofd om een diagnose en beleid te bedenken. Dit telefoontje heeft meer de strekking van: “Dit is het probleem, help.” Vrij planloos dus.

Als arts-assistent ben je een actieve bijrijder

Het is mijn droom om steeds vaker te kunnen bellen met: “Dit is het probleem, graag zou ik A willen doen, ben je akkoord of zie ik iets over het hoofd?” Regelmatig probeer ik mij voor te stellen hoe het is om supervisor te zijn. Hoezo plan A of plan B met iemand bespreken? Je hebt als supervisor met je slaperige hoofd middenin de nacht een assistent aan de telefoon gehad, de knoop doorgehakt en voor A gekozen. En als de assistent bij de ochtendoverdracht niet uit zijn woorden komt, dan mag jij Het Plan verdedigen. Soms denken collega’s dat B ook wel slim zou zijn geweest. De overdracht biedt kans voor revisie, waaruit de kracht van dit gezamenlijke vroege uurtje blijkt.

Bij mijzelf en om mij heen zie ik de evolutie van Het Plan, dat het opleidingscontinuüm van ons gezondheidszorg systeem kenmerkt. Van “Ik weet niet wat het probleem is, maar ik weet wél dat patiënt twee eenheden alcohol per dag drinkt”, via: “Dit is het probleem, help”, naar: “Dit is het probleem, we kunnen A of B doen”, tot: “Dit is het probleem, ik wil A doen, akkoord?” En uiteindelijk transformeer je tot supervisor en zeg je slaperig in de nacht: “Je hebt gelijk. Plan A klinkt goed, maar hoe denk je over Plan C?”

Delen