Het voorbeeld Denemarken

In de jeugdzorg wordt met scheve ogen naar Denemarken gekeken. Binnenlands Bestuur schreef al eerder kritisch over wat er gebeurde toen daar zeven jaar geleden de jeugdzorgtaken werden gedecentraliseerd naar de gemeenten. Kinderombudsman Marc Dullaert zette op een rij wat in die transitie wel en niet goed was gegaan. Kort samengevat: het kostte aanvankelijk alleen maar méér geld en de overheid heeft na verloop van tijd een national board ingesteld die ervoor zorgt dat de specialistische zorg overal aanwezig is. Maar hier tegenover staat dat sprake is van een goede langetermijnvisie waarin écht aandacht is voor het kind en waarin een ketting van scholing, hulpverlening en zelfs werk tot stand is gekomen.

Afgelopen maandag besteedde Het Parool  ook aandacht aan het Deense model. Aanmerkelijk positiever getoonzet en met als conclusie: ‘Na een moeizame start willen ze daar niet anders meer’. De overheid heeft gemeenten verplicht informatie te delen over verhuizende probleemgezinnen. En na de aanvankelijke kostenstijging zijn de kosten weer gedaald, onder andere door kinderen minder snel naar specialistische instellingen te sturen. Er zijn niet meer tien instanties die zich met een gezin bezighouden, maar één regisseur die zo nodig snel ingrijpt.

In de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten wordt de jeugdzorg vaak aangewezen als het grootste knelpunt. Terecht of niet? Dat is op dit moment nog onmogelijk te zeggen. Dat de start moeizaam zal zijn, mogen we wel aannemen, dat is bij majeure veranderprocessen meestal zo. En dat de overheid op onderdelen een sturende rol moet blijven spelen, maakt het voorbeeld Denemarken ook duidelijk. Maar de winstkansen liggen er wél. Het is de moeite waard die ruimte te geven.

Delen