Hoe houden we het leuk?
Wat maakt dat een jonge professional kansen ziet en plezier heeft in haar werk? Wat is de drive van de professional die al vele jaren meedraait? Ik spreek veel mensen uit het onderwijs en de zorg en hoor vaak herkenbare verhalen over hoge werkdruk, het missen van ondersteuning of over uitgeblustheid en stress. Wat het werken leuk maakt is bij jongeren eigen verantwoordelijkheid, maar wel met goede back-up en de kans om mee te denken. Bij de wat oudere professional kan het ondersteunen bij de obstakels van de digitale snelweg of een andere werkverdeling al wat rust geven.
Zaken die verder van belang zijn voor plezier in het werk bestaan misschien uit het goed kunnen omgaan met veranderingen en voor jezelf opkomen. En natuurlijk waardering van je werk in woord en (financieel) gebaar, en collegialiteit, aandacht voor teambuilding.
Ik was op een receptie van een zeer gewaardeerde collega die met pensioen ging. Zij bedankte haar jongere collega’s uit de praktijk om het geduld met haar en het steeds beantwoorden van haar vragen. Maar op hun beurt staken de jongere collega’s de loftrompet af over het feestvarken als zijnde een goed voorbeeld voor hen en ondersteuning bij vele zaken.
Ik hoorde daar ook collega’s die reikhalzend uitkeken naar het stoppen met werken. Er waren echter nog vele jaren te gaan en hoe houden we die leuk? En wat voor ondersteuning hebben de jonge professionals nodig die privé misschien ook druk zijn met woning, kind en sociaal leven? Want dat een goede balans tussen privé en werk belangrijk is, is overduidelijk. Administratie, veeleisende instanties en personen, concurrentie en opgelegde eisen maken de druk hoog en de mensen onzeker.
Door stress en regeldruk komen de negatieve verhalen steeds bovendrijven
Wat zijn nou de grootste struikelblokken en hoe kunnen we die wegnemen? Zijn de financiën te laag, de eisen te hoog of beide? Moet alles tegenwoordig vlug, vlug, vlug en moeten we overal te veel verantwoording voor afleggen?
Positieve ervaringen en verhalen zijn belangrijk voor het werkplezier, maar door de stress en regeldruk komen de negatieve verhalen steeds bovendrijven. Ik heb deze week echter een krachtige vrouw mogen uitzwaaien die toegesproken werd door collega’s en haar gezin. Haar man noemde het verloop van haar carrière vanuit een klein plekje in huis naar een plaats in een sfeervol gezondheidscentrum, waar een hele lange adem voor nodig was geweest. De kinderen gaven aan dat zij respect hadden voor hun moeder die misschien wel de eerste werkende vrouw met jonge kinderen in haar dorp was en dat ze geen aandacht tekort waren gekomen. Zelf gaf zij het belang aan van goede mensen om haar heen.
Wat bovenal bovendreef, was passie voor het vak en advies durven vragen en zelf ook geven, kritisch durven zijn maar ook open staan voor vernieuwing. Ik hoop dat meerdere mensen zo ’n voorbeeld hebben.
4 reacties
Veel collega’s geven aan dat vertrouwen in hun werk belangrijk is voor werkvreugde en voelen zich hierin niet gekend door zorgverzekeraars en eigen beroepsvereniging. Zij ervaren een kwaliteitstoets als een aanval op hun professionaliteit. In het Nederlands Tijdschrift voor Logopedie van september staat dat een onderzoek heeft uitgewezen dat veelal de oudere logopedisten met veel werkervaring het bijltje erbij neergooien. Onderzoeker Emile Verhage stelt: “…Als de sector logopedisten met veel werkervaring kwijtraakt, betekent dat verlies van kennis en van diversiteit”. Volgens hem is dat niet alleen een gemis voor de beroepsgroep als geheel maar is het ook nadelig voor cliënten. Zij verliezen keuzevrijheid als logopedisten uit onvrede stoppen of contractvrij gaan werken en dan niet alles vergoed wordt. De toegankelijkheid is een groot goed stelt Verhage en op het moment dat waardevolle logopedisten uit het systeem stappen komt dat in het geding. Hieruit blijkt weer dat zorgverzekeraars en beroepsverenigingen, NZa en ministerie er goed aan doen om te luisteren naar de kritiek uit het veld. En nog belangrijker: er iets mee doen.
Dienie Koolen
16 september 2017 / 13:52Een ‘mooi’ voorbeeld van negatieve ontwikkelingen en helaas één van vele, is de wijze waarop de notulen van een Kwaliteitskring bijeenkomst moeten worden gemaakt en geupload (grrr).
Uren en nog eens uren gaan verloren aan kringbijeenkomsten die over niets anders gaan dan het correct (punten verdienen!) opmaken van die notulen volgens het protocol wat de vereniging en de zorgverzekeraars met elkaar verzonnen hebben. Dit heeft alles te maken met die vermaledijde marktwerking in de zorg. Ik denk dat ik liever de notulen maak van een bestuursvergadering van het hoofdbestuur van de KLM, dan van een bijeenkomst van mijn kring! Wat een bureaucratische waanzin, volkomen doorgeslagen en alleen maar gebaseerd op een marktconform wantrouwen jegens de professionaliteit en integriteit van de logopedist.
Ik ga de vereniging én de kring vaarwel zeggen, want dit heeft niks met mijn vak te maken waar ik al 26 jaar in bezig ben en dat geldt eveneens voor de kwaliteitstoets, die zoveel onzinnige eisen stelt aan je verslaglegging en verslaggeving en administratie in het algemeen, dat dat een doel op zich is geworden. Of ik resultaten haal en de patiënten tevreden zijn lijkt niemand zich af te vragen. Als ik maar hokjes invul, het liefst vier keer over hetzelfde, dán ben ik goed bezig.
M.L.M. de Vetter
21 september 2017 / 03:53Dank voor bovenstaande reactie en betreurenswaardig te lezen tot welke conclusie je door alle regels nu zelf bent gekomen. Het opstellen volgens een strak format van notulen leg je heel beeldend uit en wat alle regels met je doen. Wel herkenbaar in het werkveld. Iemand schreef ook: ‘We hebben een prachtig beroep maar hoop dat we niet ondersneeuwen’. En een andere reactie over het blog was: ‘ In een notendop een schets van de verandering in ons beroep. En andere beroepen om ons heen in zorg en onderwijs. Ik weet niet hoe anderen het leuk houden… Het helpt mij dat ik aan het eind van een werkdag nog steeds terug kan kijken en kan denken/voelen dat ik er voor een mens toe deed.’
Dienie Koolen
21 september 2017 / 08:15Net als de collega hierboven ben ik ook recent uit een dyslexiekring gestapt omdat ik niet langer mijn vrije tijd wilde besteden aan de administratieve kolder rond de notulen i.p.v. vakinhoudelijk bezig te zijn. Heb ik nu een vraag m.b.t. het vak dan leg ik die via mail voor aan mijn voormalige kringcollega’s, en andersom weten ze me ook nog steeds te vinden. Integer en vakinhoudelijk zonder de tijdverslindende uit wantrouwen voortkomende protocollen. Een nieuw verschijnsel voortkomend uit de doorgeslagen administratieve terreur is de ingebouwde ontsnapping; We moeten binnen 5 bijeenkomsten een hoofddoel geformuleerd hebben… dus vullen we als hoofddoel meteen de eerste keer een vas-score in als beginpunt maar ook een vas als einddoel. Mijn eerdere doelen waren altijd gebaseerd op de onderzoeksresultaten en hadden als zodanig wel meer diepgang, maar goed ik voldoe met de vas wel aan de regels. En dan de meest recente; noteren of ouders aanwezig zijn bij de behandeling. Let wel ik heb geen enkele twijfel over het belang van betrokkenheid van de ouders bij de behandeling. Mijn administratie programma heeft daar niet alleen een “vinkvakje”voor geplaatst maar het staat ook nog eens standaard op aanwezig. Het gemak dient de mens, maar ik begin me wel steeds meer af te vragen waar we in hemelsnaam mee bezig zijn. Wanneer stopt deze idioterie rond vastleggen ( voortkomend uit wantrouwen en controledrift) en kunnen we weer vakinhoudelijk bezig zijn?
Tessy Donker
21 september 2017 / 09:28