Hoe schiet je jezelf dood?
In de vroege ochtend van dinsdag 27 augustus 2013 – om precies te zijn om 4:55 uur – liet Kathrin Passig een opvallend twitterbericht uitgaan: “Wolfgang Herrndorf starb nicht am Krebs. Er hat sich gestern in den späten Abendstunden am Ufer des Hohenzollernkanals erschossen.” (Wolfgang Herrndorf stierf niet aan kanker. Hij heeft zich gisteren in de late avond aan de oever van het Hohenzollernkanal doodgeschoten.)
Een twitterbericht of tweet mag slechts 140 tekens omvatten. De elf tekens waarover Passig nog kon beschikken waren onvoldoende om het bericht minder kil te maken. Samen met Marcus Gärtner geeft ze later meer details prijs: “Wolfgang Herrndorf heeft het gedaan zoals het gedaan kan worden. Op maandag 26 augustus omstreeks 23:15 uur schoot hij zichzelf aan de oever van het Hohenzollernkanal met een revolver in zijn hoofd. Hij richtte door de mond op de hersenstam. Het kaliber van het wapen was ongeveer 9 mm.”
Kathrin Passig (1970) is journaliste en auteur. Zij debuteerde in 2000 met het boek Die Wahl der Qual. Handbuch für Sadomasochisten und solche, die es werden wollen. Haar werk is in elf talen vertaald. Op 31 januari 2011 publiceerde Passig in de Frankfurter Allgemeine een interview met Wolfgang Herrndorf – de twee kenden elkaar overigens al langer – over zijn bestseller Tschick, die in datzelfde jaar als Tsjik ook in het Nederlands verscheen. Deze alom geprezen roman handelt over de even kolderieke als ontroerende reisbelevenissen van de veertienjarige Maik Klingenberg en zijn klasgenoot Andrej Tschichatschow, aan wiens achternaam de titel van het boek is ontleend.
Tschick heeft een merkwaardige ontstaansgeschiedenis. Na een jarenlange voorbereiding schreef Wolfgang Herrndorf dit boek in slechts een paar maanden tijd. Een jaar later leverde de auteur nog een bestseller af: het 480 pagina’s tellende Sand dat (nog) niet in het Nederlands is vertaald. Deze productiviteit is rechtstreeks het gevolg van het feit dat de auteur in februari 2010 kreeg te horen dat hij een hersentumor had en niet lang meer zou leven. Herrndorf besloot om de resterende tijd te schrijven.
Duitse kennissen van mij begrijpen niets van de euthanasiepraktijk in Nederland
Op 8 maart 2010 begon Herrndorf aan een dagboek dat in eerste instantie louter bestemd was voor vrienden maar dat een half jaar later de vorm kreeg van een blog die steeds meer lezers ging trekken. Onder dezelfde titel van deze blog – Arbeit und Struktur – verscheen nog in het sterfjaar van de auteur een gedrukte versie van dit dagboek. De Nederlandse vertaling hiervan kwam een jaar later uit en kreeg als titel Leven met het pistool op tafel – Een Berlijns dagboek. Over de relatie tussen de tumor en de blog schreef Herrndorf: “Wat status betreft is een hersentumor natuurlijk de Mercedes onder de ziekten. En een glioblastoom de Rolls-Royce. Met prostaatkanker of een verkoudheid was ik nooit aan deze blog begonnen.”
Leven met het pistool op tafel is opgedragen aan de 22 – voluit genoemde – artsen die Wolfgang Herrndorf hebben behandeld in zijn moedige strijd tegen de hersentumor, die pas ruim een maand voor zijn overleden werd opgegeven. Op 15 juli 2013 lezen we in het dagboek:
“Bij het opstaan vanochtend drie of vier meter achteruit door de kamer getuimeld en met mijn hoofd en nek tegen de tafelrand geknald. Met rugpijn naar Westhafen, S-Bahn naar Dokter Vier. Uitslag slecht zoals verwacht. Avastin geen effect, glioblastoom aan weerszijden progressief. Einde van de chemo. Operatie zinloos.
Ik weet wat dat betekent. Hoe lang heb ik nog, twee of drie weken? Nog minder, een paar dagen?
Nee. Zo weinig verwacht ik niet, zegt Dokter Vier, eerder meer. Meer. Twee, drie maanden. Kan ook vier zijn. Kan vijf zijn. Met geluk ook zes.
Veel zakdoeken heb ik in deze praktijk niet gebruikt. Vandaag heb ik er een nodig.”
Dezelfde dag schrijft hij om 23:12 uur:
Niemand komt dicht bij mij
tot aan het uur van mijn dood.
En ook dan zal niemand komen.
Niets zal komen, en het is in mijn hand.
Deze regels lezen we eerder in deel 2 (pp 96) van een ingelaste terugblik (pp. 83-133) als “’t beste wat ik ooit heb gemaakt.” De vier zinnen vormen “een klein avondgebed”, dat wordt opgezegd “als ik niet kan slapen of de bodem wegvalt.” Wanneer ze voor de eerste keer worden opgeschreven verschijnen er ook beelden bij. Herrndorf: “Ik wil het geen spirituele ervaring noemen, ook al moest ik er, toen het gebeurde, over nadenken of het er een was, en ook al dacht ik een paar dagen lang dat het er een geweest was.”
Duitse kennissen van mij begrijpen niets van de euthanasiepraktijk in Nederland en doen over dit onderwerp liever het zwijgen toe. Het debat over de ‘levenseindepil’ vinden ze helemaal absurd. Wanneer de uitgever van Wolfgang Herrndorf zijn overlijden wereldkundig maakt, wordt de wijze waarop hij is overleden verzwegen. De auteur wilde echter dat zijn dagboek werd voorzien van een nawoord met een “medisch-specialistische beschrijving van zijn dood”: “Hoe het werd gedaan; hoe het gedaan kan worden. Of bij mislukking juist: hoe het niet gedaan moet worden. Kaliber, hoek van het schot, hersenstam etc., voor mensen in vergelijkbare situatie.” Marcus Gärtner en Kathrin Passig voldeden aan zijn verzoek.
Een integer geschreven dagboek ontvouwt zich van dag tot dag en kan alle kanten opgaan. Leven met een pistool op tafel eindigt op 20 augustus 2013 om 14:00 uur met slechts één woord: Almut. Dit is de voornaam van de Duitse zangeres en schrijfster Almut Klots die op 15 augustus 2013 aan kanker was overleden. Blijkbaar was Herrndorf op haar gesteld. Een maand na het overlijden van Almut Klots verschijnt haar laatste cd, die ze samen met haar echtgenoot Christian Dabeler heeft opgenomen. De positieve toonzetting hiervan spoort met de persoonlijkheid van Wolfgang Herrndorf, die zich ondanks de hel waarin hij vaak verkeerde toch nog ook de weg naar het geluk wist te vinden.