Hoop en wanhoop
Cazals, een dorpje in het Franse departement Lot, telt nog geen duizend inwoners. Het gemeentehuis is elke woensdagmiddag en tijdens vakanties vaker gesloten. Toeristen hebben hier weinig te zoeken. Ik weet niet waarom ik hier toch naar binnen ging. In de donkere hal trof ik achter een brede draaitrap een grote stalen wereldbol met hierin een geketende man. Dat beeld is nooit meer van mijn netvlies verdwenen.
Google berekent dat je in tien uur en vier minuten van Cazals naar Breglia rijdt. Breglia ligt in het noorden van Italië tegen de Zwitserse grens. Op 800 meter hoogte bevindt zich hier in de bossen de kapel van San Domenico. Vanaf deze plek is er een schitterend uitzicht op het Comomeer. Lopend van de kapel naar een restaurant kwam ons een man tegemoet met een rolstoel waarin een al wat oudere jongen zat. Hij was zwaar gehandicapt en het verbaasde mij dat hier überhaupt iemand met een rolstoel liep.
Het zijn twee herinneringen die als een foto en een filmpje in mijn hersens zijn opgeslagen.
Wat deed dat indringende kunstwerk op een bijna verborgen plek en wie had dit gemaakt? Een meisje op het gemeentehuis haalde haar schouders op. ‘Het ding’ stond er al zolang zij zich dat kon herinneringen. Het was onderdeel van de inboedel geworden en dan stel je je geen vragen meer over de herkomst. De kunstenaar Patrick Vogel, bij wie we onderdak hadden gevonden kende wel de naam van de maker: Jean Marx. Meer wist hij niet, nou ja, toch nog wel: de man heeft zich van het leven beroofd.
Precies toen wij elkaar passeerden, stuitte de rolstoel op een boomstronk. De jongen kieperde voorover en slaakte een kreet. De man sloeg zijn arm om hem heen, drukte zijn hoofd tegen hem aan en kalmeerde hem. Het gebeurde allemaal in een paar momenten maar toch zonder paniek en zo liefdevol dat ik erdoor gegrepen werd. Zouden dit vader en zoon zijn? Ik was vertwijfeld, moest ik hulp aanbieden of doorlopen? Het was alsof de man wist hoe ik mij voelde, hij keek mij met een beminnelijke glimlach aan, en beduidde dat het wel ging. Terwijl wij verder naar beneden liepen, sjokte het tweetal moeizaam door richting kapel.
Herinneringen vervagen en verdwijnen maar kunnen zomaar terugkeren. Zolang je leeft, gaan ze blijkbaar niet dood. Terug in Nederland wilde ik meer weten over Jean Marx en de man met de rolstoel. De speurtocht naar Jean Marx bracht mij naar de oude apotheker van Cazals, die hier burgemeester werd en daarna hoger in de ambtelijke molen is geklommen. Hij bracht mij in contact met zijn voormalige collega van het nabijgelegen Gindou, een molshoop in het landschap waar Jean Marx had gewoond, en uiteindelijk kwam ik terecht bij zijn weduwe, die inmiddels naar de omgeving van Parijs was verhuisd. Wat betreft de man met de rolstoel nam ik contact op met de gemeente Breglia, die mij direct de naam en zijn woon-, c.q. email-adres doorgaf.
De weduwe van Jean Marx kende noch de geboorte- noch de sterfdatum van haar man. Ze wist überhaupt weinig over hem. Telefonisch beloofde zij mij informatie toe te sturen maar op twee brieven kwam geen reactie. De burgemeester van Gindou gaf door dat de kunstenaar en smid op 26 april 1953 is geboren en op 15 augustus 1987 overleed, inderdaad door zelfdoding. Meer gegevens ontbraken.
Hoop en wanhoop liggen dicht bij elkaar, zeker in het brein
Jean Milhau beschreef Jean Marx als een markante persoonlijkheid, eerder een Viking dan iemand uit het zuiden van Frankrijk. In het kader van een verkoopexpositie was het kunstwerk in Cazals terecht gekomen. Omdat er geen belangstelling voor was, heeft de gemeente het zelf gekocht en sindsdien figureert ‘De gevangene van de aarde – de officiële titel – in een donkere hoek van het stadhuis. Meer is volgens Jean Milhau van Jean Marx niet bekend of bewaard gebleven. Zijn leven is in drie decennia tot dat ene kunstwerk gereduceerd.
Op mijn – door Google in het Italiaans vertaalde – mail krijg ik vrij snel in het Frans een reactie. “Ja, het gaat om mijn zoon, ik heb er drie en Luca is de jongste. Wij hebben een vakantiehuis in Breglia en vinden het fijn om te wandelen naar de kapel van San Domenico. Dat gaat inderdaad niet gemakkelijk maar heeft ook wel iets grappigs. Het leven is mooi wanneer je tevreden kunt zijn met kleine dingen.” De zoon draagt de voornaam van zijn vader. Nadat ik had geschreven, hoezeer vader en zoon mij in die paar momenten op dat bospad bij Breglia hebben geraakt, is er geen contact meer geweest.
Af en toe speel ik het filmpje in mijn hoofd af en dat maakt mij gelukkig. De foto van de geketende man in zijn aardbol steekt af en toe de kop op. Naar het schijnt heeft Jean Marx twee zonen. Ik zou mijn speurtocht kunnen voortzetten maar heb er voor gekozen dat niet te doen. Waarom de kunstenaar suïcide pleegde, hoef ik niet te weten. Het kunstwerk zegt voldoende. Jean Marx heeft zich van zijn eigen ketenen bevrijd. Hoop en wanhoop liggen dicht bij elkaar, zeker in het brein.