In English please

Ik ben altijd trots geweest op mijn talenknobbel. Uiteraard spreek ik niet alle talen vloeiend (mijn Japans is amper voldoende om de weg naar het geëerde toilet te vragen), maar in het Engels kan ik mij goed verstaanbaar maken.

Het is als dokter een uitdaging om het verhaal van een buitenlandse patiënt duidelijk te krijgen en deze patiënt vervolgens te laten begrijpen wat er aan de hand is en wat je gaat doen. Spoedeisende hulp en een vreemde taal gaan echter niet samen. Wanneer er vier patiënten op je zitten te wachten (waarvan natuurlijk twee met een ernstige infectie en één met een ontregelde diabetes), heb je weinig tijd voor de vijfde patiënt die slechts enkele woorden Engels spreekt en komt met hyperventilatie.

Op zo’n moment sta je voor de keuze: laat je de patiënt zonder degelijke uitleg vertrekken (en loop je het risico dat jíj met je beperkte anamnese een ernstigere aandoening over het hoofd ziet?) of laat je hem wachten tot je klaar bent met de rest van je patiënten, met het risico dat je je de woede van de spoedeisende hulpverpleegkundigen op de hals haalt, omdat je urenlang een kamertje bezet houdt?

Uiteraard kan het altijd erger.

Aan het einde van mijn dienst krijg ik een ECG onder mijn neus geduwd. De betreffende patiënt is zojuist binnen komen lopen met pijn op de borst. Ik spring direct overeind: ST-elevaties, een duidelijk teken van een hartinfarct! Ik storm de crashroom op, leg uit dat er aanwijzingen zijn voor een hartaanval en begin vragen te stellen, terwijl de verpleegkundige nog het bloed prikt. Halverwege mijn vijfde zin dringt tot me door dat de patiënt me met een lege blik aanstaart.“Oh”, zegt de verpleegkundige, “hij spreekt geen Nederlands.”

Plotseling moet ik mijn haastanamnese in het Engels afnemen. Maar met de adrenaline die door onze vaten pompt, lijkt elke talenknobbel acuut te verschrompelen, zodat de patiënt en ik enkel nog gebroken zinnen uit weten te brengen en ik niet meer duidelijk krijg dan dat hij inderdaad pijn op de borst heeft.

Het is genoeg. Mijn diagnose is rond en ik bel de cardioloog om overplaatsing naar de dotterkamer te regelen. Maar als de patiënt in allerijl wordt weggereden en de cardioloog mij complimenteert voor mijn resolute optreden, blijf ik achter met een ontevreden gevoel. Ik, met mijn taalgevoel, heb de patiënt immers niet eens kunnen uitleggen wat er nu aan de hand was.

Delen