Informele zorg
Terugkomend van een afspraak bots ik bij het betreden van de trein bijna tegen een scootmobiel. De gebruikster zit met een notebook op schoot, een mobiel in de ene hand en een stapel papieren in de andere. Ze kijkt lachend naar me op en zegt: “Sorry, dit is even mijn werkplek.” Herkenbaar voor mij, want ik zit ook altijd in treinen, zorginstellingen en hotellobby’s te werken als ik onderweg ben tussen afspraken.
Ik ga in de direct aansluitende coupé zitten en neem ook mijn notebook op schoot. Een half uurtje later, Bij Amsterdam Sloterdijk, hoor ik ineens een verontwaardigde stem uit het gangpad. Het is de vrouw: “Nee, niet die deur weer dichtdoen. Ze moeten me er nog uit komen halen.” Net als ik overeind wil komen om haar te hulp te schieten voordat de trein weer wegrijdt en zij haar halte mist, zie ik dat twee meisjes op het perron het probleem al oplossen. Ze gesticuleren druk naar de coupédeur en roepen, naar de conducteur blijkbaar. Die komt met rood hoofd en verontschuldigende gebaren aangesneld. Een minuutje later zie ik hoe de vrouw alsnog – met scootmobiel en al – de trein uit geholpen wordt.
Arbeidsparticipatie voor mensen met een beperking blijft mensenwerk. Soms met bijdragen van mensen die formeel helemaal niet bij het proces betrokken zijn. Precies in lijn met wat VWS wil toch? Zo veel mogelijk regelen via het informele circuit.
1 reactie
Een treffend voorbeeld van hoe mensen in de samenleving elkaar al met kleine dingen enorm kunnen helpen, om te zorgen dat iedereen in de maatschappij kan blijven participeren. Het is terecht dat de minister en staatssecretaris een pleidooi hiertoe houden. De Nederlandse verzorgingsstaat heeft ons enorm verwend de afgelopen decennia. Makkelijk natuurlijk, maar mensen worden en lui van en verre van weerbaar. Een overheid die alles voor iedereen regelt, leidt tot mensen die niets meer voor elkaar over hoeven te hebben. Het is goed dat hierin nu verandering komt.
Carity
6 april 2013 / 13:43