Investeren in de toekomst

De critici van de decentralisatie van zorgtaken naar de gemeenten, die bang waren dat gemeenten geld gaan uitgeven aan sport, cultuur en onderhoud dat eigenlijk voor de zorg aan hun inwoners bedoeld is, kunnen gerust zijn. Ze reserveren juist geld dat voor sport, cultuur en onderhoud bedoeld is voor de zorg, berichtte de Volkskrant gisteren op de voorpagina. De decentralisatie gaat immers gepaard met een fikse bezuiniging. En veel gemeenten vrezen dat ze te weinig geld beschikbaar hebben om te investeren in de wijkteams en de keukentafelgesprekken waarmee ze op termijn een kostenbesparing moeten kunnen realiseren. Een typisch geval van de kost die voor de baat uitgaat.

Opvallend is dat dezelfde krant enkele pagina’s verderop heel helder in kaart bracht hoe goed sommige gemeenten hierop al hebben voorgesorteerd en daarvan nu ook de vruchten beginnen te plukken. Zaanstad bijvoorbeeld, waar al sinds begin dit jaar een sociaal wijkteam actief is en waar mensen al – vaak met succes – wordt geleerd om dingen zelf te doen in plaats van een vraag neer te leggen en te wachten tot iemand anders een oplossing biedt. Natuurlijk leidt dit soms tot een kritische vraag aan een wijkteamcoördinator als: “Waarom zit jij hier dan?” Maar de nuchtere uitstraling die in de berichtgeving overheerst, is er toch vooral een van: mensen moeten er even aan wennen, maar dat doen ze uiteindelijk vanzelf wel.

“Ik geloof echt in eigen kracht”, zegt een vrijwilliger die in het artikel aan het woord komt. Uit de voorpaginaberichtgeving van gisteren blijkt dat er ook nog gemeenten zijn die in hun eigen kracht moeten komen. Maar ook die zullen er wel aan wennen.

Delen