Hoge golven als bonus
interview / fysiotherapeut Jaco van Delden
Fysiotherapeut Jaco van Delden (55) woont al 27 jaar op het Hawaïaanse eiland Oahu. Hij houdt van de ontspannen manier waarop de bewoners er met elkaar omgaan. “Hawaïanen nemen het leven zoals het komt.”
Hoewel het in Hawaï twaalf uur vroeger is, stelt Jaco van Delden voor om 6 uur ’s avonds Nederlandse tijd te bellen. Dat betekent dat de telefoon bij de fysiotherapeut dus al om 6 uur ’s ochtends overgaat. “Ben ik wel gewend”, klinkt het wakker en helder vanaf de andere kant van de wereld. “Onze klinieken zijn open van 6 uur ’s morgens tot 9 uur ’s avonds. We werken in twee shifts. Alleen op zaterdag en zondag zijn de werkdagen korter.” Lachend: “Er moet tenslotte ook nog gesurft worden.”
Die sport is een van de redenen waarom de in Amsterdam opgegroeide Van Delden – je kunt het Amsterdams met wat moeite nog een beetje aan hem horen – zich in 1996 als fysiotherapeut samen met zijn vrouw en vakgenoot Jennifer vestigt op Oahu, een van de acht eilanden die samen Hawaï vormen. “We ontmoetten elkaar op de opleiding in Amsterdam en waren allebei gek op watersporten, vooral golfsurfen, windsurfen en kanoën”, vertelt Van Delden. “En op reizen.” Die reizen voeren naar onder andere Curaçao (‘daar heb ik vroeger gewoond met het ouderlijk gezin’), Tanzania (‘waar ik de scriptie voor mijn studie heb geschreven’) en Israël (‘daar hebben we samen in een kibboets gewerkt’).
“Hoewel we zeker geen hekel hadden aan Nederland, werden we wel steeds onrustig als we er weer langere tijd achtereen waren. Alles is er geregeld, het is niet altijd even makkelijk om je eigen ding te kunnen doen. Nederland is in veel opzichten een voorbeeld voor de rest van de wereld, zeker als het gaat om het beleid in grote steden. Maar voor ons voelde het te bedrukkend.”
Kosten
Met het aangename klimaat en zonnige karakter van Curaçao in gedachten, valt de keuze van de Van Deldens in 1996 op Oahu; ook zo’n eiland waar de zon meestal schijnt, maar waar meer vraag is naar fysiotherapeuten en met hoge surfgolven als bonus, want Hawaï is beroemd om zijn perfect waves. “Maar wat we destijds niet goed ingeschat hadden, waren de kosten van het leven op Hawaï”, lacht Jaco van Delden. “Die zijn, zacht gezegd, nogal aan de hoge kant. Vanwege de hoge bergen is er weinig bouwland en grote families wonen daarom vaak samen in kleine huizen.”
Jaco en Jennifer werken hard in een fysiopraktijk in Honolulu, huren een kleine studio en slapen vijf jaar lang op matrassen op de grond. Ze krijgen wel vrij snel een werkvisum, maar een permanente verblijfsvergunning laat lang op zich wachten. Uiteindelijk kunnen ze na twee jaar hun plan uitvoeren en een eigen kliniek starten: Jaco Rehab. Inmiddels telt het bedrijf vier klinieken, verspreid over vier eilanden van Hawaï. Er werken op enig moment zestig mensen. “Maar tijdens de pandemie moesten we wat medewerkers laten gaan.”
Ondertussen is het weer ouderwets druk, maar zelf doet de oprichter van de klinieken het tegenwoordig wat rustiger aan. “De jongere fysiotherapeuten nemen steeds meer van Jennifer en mij over. Ze hebben aandelen in ons bedrijf en beslissingsbevoegdheid.” Dat wil niet zeggen dat de naamgever van de klinieken wil stoppen. “Nee, nog lang niet. Het mooiste van mijn vak vind ik de contacten en gesprekken met patiënten, dus ik wil zeker actief blijven behandelen.”
Brand
Actief is Jaco van Delden ook al jaren als vrijwilliger bij het Rode Kruis op Hawaï. In augustus wordt hij daarbij ingezet om slachtoffers bij te staan van de verwoestende brand op het eiland Maui, die uiteindelijk 97 mensen het leven kost en velen dakloos maakt. “De eilanden van Hawaï liggen ver uit elkaar. Op Oahu hebben wij totaal niets van de brand geroken of gezien. Maar op Maui vond een inferno plaats. Ik ging er na de brand meehelpen in Lahaina, een historisch stadje dat, op een paar grotere betonnen gebouwen na, geheel is verbrand. Van wat voorheen een soort gezellige houten laagbouw was, met steegjes, budgethotels, restaurants en souvenirwinkeltjes, is niks over. Ik zag alleen maar as en een enkele betonmuur die nog overeind stond.”
‘Er was vooral grote saamhorigheid’
Hij vertelt dat het vuur razendsnel om zich heen heeft gegrepen. “Veel inwoners werden er compleet door overvallen. Een verhaal dat me is bijgebleven is dat van een oma die de baby van haar zoon in een teiltje aan het badderen was, toen haar zoon riep dat het huis van de buren in brand stond en dat ze direct moesten vluchten. Ze raceten weg in de auto en toen ze iets later eens goed naar de baby keek, was het kind volgeplakt met as omdat ze hem in de haast niet had afgedroogd.”
Van Delden kreeg van het Rode Kruis de taak om te helpen bij het herhuisvesten van ontheemden. “We hebben degenen die in gymzalen van scholen bivakkeerden, ondergebracht in toeristenhotels die leegstonden en geïnventariseerd wat ze nodig hadden aan voedsel, kleding en dergelijke.” Van Delden vertelt dat vooral de instelling en de veerkracht van de gedupeerden van de brand hem zullen bijblijven. “Die mensen waren vaak álles kwijt. Hun huis, al hun bezittingen en vaak hun bron van inkomsten. Sommigen hadden ook familieleden verloren. Ze belandden van het ene op het andere moment van een tropisch paradijs in een zwartgeblakerde woestijn. Maar ondanks hun hartverscheurende verhalen toonden ze vooral dankbaarheid voor de hulp en getuigden ze van optimisme over hun toekomst. Hawaïanen nemen het leven zoals het komt.”
In de media werd kritiek geuit op de overheden. Zo zouden er geen waarschuwingen zijn uitgegaan en alarmeringssystemen zouden hebben gefaald. “Van de slachtoffers heb ik dergelijke verwijten niet gehoord”, zegt Van Delden. “Er was vooral grote saamhorigheid, niemand stond te schreeuwen en je werd raar aangekeken als je dat wel deed.”
Perfect wave
Vooral die verdraagzame, ontspannen manier van met elkaar omgaan, bevalt Jaco van Delden zo aan Hawaï. “Minder stress, meer ontspanning. Je hoeft hier geen weken van tevoren afspraken te maken voor een avondje barbecue en biertje aan het strand. Daarvoor bel je elkaar ’s ochtends even. En mijn surfplank ligt altijd achterin de auto, dus als the perfect wave eraan lijkt te komen, sta ik zo op het water.”