‘Ik wil alles weten’

Jeroen Krabbé bereidt nieuw tv-seizoen voor

Ook internationaal gelauwerd acteur, regisseur en kunstschilder Jeroen Krabbé (75) moet in tijden van COVID-19 even pas op de plaats maken. Hij is veel in zijn atelier en verdeelt daar zijn tijd tussen schilderen en lezen. Dat laatste vooral voor een nieuwe reeks in de tv-serie Krabbé zoekt: “Ik wil álles weten over de kunstenaar, zelfs over zijn hondje.”

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld: Nout  Steenkamp

Van bovenaan de trappen roept Jeroen Krabbé zijn bezoek een hartelijk welkom toe. Via de twee smalle trappen omhoog bereik je zijn atelier in een herenhuis in Amsterdam. Zijn werkplaats is licht en hoog en ademt door veel ongeverfd hout een nostalgische, filmische sfeer. Rondom hangen schilderijen, op tafel staan potten met penselen en ligt een bonte berg aangebroken verftubes. “Breitner woonde en werkte hier in 1914”, weet Krabbé. “Met de extra hoge ramen op het noorden is dit in 1887 als atelier bedoeld en gebouwd.”   

Het atelier komt ook voor in nieuw werk van de kunstenaar-acteur. “Ik was een tijdje aangeslagen door de komst van corona en vroeg me zelfs af of schilderen nog wel zin had in een wereld die leek in te storten. Wat te doen? Maar dat gevoel bracht ook inspiratie.” Krabbé maakte een reeks, zoals hij het noemt, ‘quarantaine schilderijen’, waarin een schilder in een atelier met lege doeken een prominente rol speelt. Krabbé lijkt de coronacrisis gelaten te ondergaan. “Wat kun je anders? Ik ben zelf niet zó bang voor het virus, maar ik blijf wel goed opletten.” 

‘Klagen over anderhalve meter afstand; het heeft iets van een verwend kind dat zijn speelgoed niet krijgt’

Krabbé heeft een uitgesproken mening over hoe sommigen reageren op overheidsmaatregelen tegen de pandemie. “Het is bespottelijk met een grote B”, zegt hij fel, “dat mensen zich verzamelen om daartegen woedend te gaan doen. Dit is een gruwelijke pandemie met vele doden en ernstig zieken en dan gaan ze klagen over anderhalve meter afstand. Het heeft iets van een verwend kind dat zijn speelgoed niet krijgt. Natuurlijk is het rampzalig, maar het overkomt ons nu eenmaal allemaal. Het is wat het is.” 

Hoewel Krabbé zegt ‘niet van de partij van Rutte te zijn’, noemt hij het ‘fantastisch’ hoe de premier het tot nu toe heeft gedaan. “En het hele team daaromheen. De regering heeft zich laten adviseren door experts die weten waar ze het over hebben. Maar mensen zien toch overal complotten, ik begrijp dat niet. Een regering, en al helemaal niet met de VVD erin, neemt deze economisch schadelijke maatregelen niet lichtzinnig.” 

Krabbé zegt zelf niet veel anders te hebben gehad dan de normale griepjes en ook niet stil te staan bij allerlei mogelijke gezondheidsbedreigingen. En als het anders was, zou hij het nog niet zeggen: “Ik kan niet goed tegen mensen die voortdurend over hun ziektes praten, ik ben daar niet zo van.” Toch heeft de beroemde acteur zich voor zijn laatste twee films wel grondig verdiept in een ziekte: Alzheimer. In de bioscoopfilm De Liefhebbers uit 2018 speelt hij de vader van een gezin dat uiteen dreigt te vallen wanneer Alzheimer zijn verwoestende intrede doet. En in een korte film die begin dit jaar werd gestart, is Krabbé de echtgenoot van een vrouw, Olga Zuiderhoek, met die ziekte. De opnames lagen lang stil vanwege COVID-19, maar inmiddels wordt er voorzichtig weer gedraaid. “Als voorbereiding op de rol in De Liefhebbers heb ik een Alzheimerpatiënt met begeleidster hier in het atelier op bezoek gevraagd. Hij kon zijn leven van dat moment nog goed onder woorden brengen en noemde de eenzaamheid en isolatie het ergste. Lange tijd had hij mensen niet om hulp gevraagd, niet gezegd dat hij Alzheimer had. Want wanneer je zégt dat je de aandoening hebt, maakt dat het voor jezelf ook definitiever dat je de ziekte hebt. Toen hij eens totaal verloren op een station stond en niet meer wist waarom, vroeg hij hulp en zei hij dat hij Alzheimer had. Hij wilde daarna dat hij dat veel eerder had gedaan.” 

Voorbereiding 

Zich grondig voorbereiden op zijn rol is kenmerkend voor de beroepsethiek van acteur Krabbé. “Ik wil tot in detail van alles weten over het leven en zelfs de omgeving van het karakter dat ik speel, ook als veel daarvan niet eens in de film voorkomt.” 

Wanneer voor dit interview met Arts en Auto de vraag wordt gesteld hoe hij zich prepareerde op zijn rollen als arts in zijn filmcarrière, komen twee producties ter sprake. “De eerste keer dat ik een dokter speelde, was in 1993 in The Fugitive, waarin Harrison Ford en Tommy Lee Jones de hoofdrollen vertolkten. Mijn voorbereiding op mijn rol in die film was tegen mijn gewoonte in nul komma nul.” Krabbé herinnert zich de geschiedenis gniffelend. “Ik stond aan de vooravond van een gezinsvakantie toen om 03.00 uur ’s nachts de telefoon ging. Mijn agent in Los Angeles belde dat de tegenspeler van Harrison Ford zich ernstig ziek had afgemeld, dat de laatste scenes nog gedraaid moesten worden en dat Ford mij, ‘the dutch guy’, wilde als vervanger. Geen idee in welke film hij mij had gezien, maar ik moest de rol van een corrupte arts spelen.”

The dutch guy moest om 11.00 uur diezelfde dag naar Chicago vliegen en het script zou op zijn stoel in de businessclass van het vliegtuig klaarliggen zodat hij onderweg zijn rol kon leren. Krabbé vroeg een half uurtje bedenktijd. “Het was natuurlijk een enorme kans, maar we zouden met de kinderen een dag later naar Italië gaan en alles was al geregeld en geboekt. Ik maakte mijn vrouw wakker om te vertellen over het telefoontje en de kans die ik had en dat ik het wilde doen. Ze zei alleen maar ‘okay’, draaide zich om en sliep verder. Krabbé, hard lachend, “zij was dit soort plotselinge acties inmiddels wel van mij gewend.” 

Eenmaal in Chicago werd de acteur onderaan de vliegtuigtrap opgewacht. Hij hoefde zijn bagage zelf niet op te halen en niet langs de douane, maar werd direct per limousine naar de filmset gereden. “Daar was ik even helemaal plaats en tijd kwijt, maar Harrison Ford die dat merkte, sloeg zijn arm om mij heen en zei I’ll help you through buddy. Goeie vent, we zijn altijd bevriend gebleven.”

De andere bioscoopfilm waarin Jeroen Krabbé een arts speelt, is Albert Schweitzer uit 2009. Hij heeft daarin de hoofdrol als de gelijknamige medicus, theoloog, filosoof, schrijver, musicus en Nobelprijswinnaar. “Daarvoor heb ik me wel goed kunnen voorbereiden”, zegt Krabbé. 

‘Ik las alles over Schweitzer, sprak met artsen en leerde allerlei handelingen, zelfs hechten met een ronde naald’

De film speelt zich vooral af in de tijd dat Schweitzer als arts in Lambaréné, een stadje in Gabon, werkte. Het dorp werd voor de opnamen in Zuid-Afrika grotendeels nagebouwd. Er werden enkele scenes gedraaid in het Groote Schuur ziekenhuis in Kaapstad waar hartchirurg Barnard in 1967 de eerste geslaagde harttransplantatie van mens op mens uitvoerde. Krabbé: “Die operatiekamer is, als een soort museum, gebleven zoals die destijds was. Daar heb ik als Schweitzer een ‘echte’ operatie uitgevoerd. Ik was twee maanden in Zuid-Afrika, las alles over Schweitzer, sprak met artsen en leerde allerlei handelingen, zelfs hechten met een ronde naald. En ik leerde zogenaamd orgelspelen. Natuurlijk kon ik de camera wel op mijn gezicht laten richten en dan andermans handen over de toetsen laten filmen, maar dat is”, lacht Krabbé, “beneden mijn stand.”

Diezelfde beroepsethiek legt de acteur-kunstenaar ook aan de dag in Krabbé zoekt, de tv-serie waarin hij vertelt over een bepaalde door hem gekozen kunstenaar en diens voetsporen letterlijk en figuurlijk over de halve wereld nagaat. In Krabbé’s atelier liggen stapels boeken over verschillende kunstenaars. Talloze gele plakkertjes tussen de vele bladzijden van dikke boeken getuigen van veel leeswerk. “Ik wil alles weten over de kunstenaars over wie het gaat in de series. Ieder detail op een schilderij is van belang. Als er een hondje op voorkomt, moet ik ook daarover alles kunnen vertellen.” 

Acht vrouwen

Vooral de serie over Picasso noemt Krabbé een hele studie. “Die is 91 jaar geworden en had een immens oeuvre. Om te focussen, kozen we ervoor om iedere aflevering van de achtdelige serie op te hangen aan een van zijn acht vrouwen. Bij elke vrouw veranderde Picasso van kleding, van voedsel, van vrienden, van stijl. Hij werd steeds iemand anders. Een fascinerend, maar niet bepaald prettig mens, met name in zijn omgang met vrouwen.” Aangenaam leek Krabbé ook het gezelschap van Van Gogh niet. “Ik had het geen dag met hem uitgehouden, een totale krankzinnige, een onberekenbare gek.  Maar wel een schildergenie!”

De vragen die in de afleveringen worden gesteld wil Krabbé van tevoren nooit weten, maar alle antwoorden moet hij van zichzelf wél paraat hebben. Zelfs veel van de gefilmde locaties zegt hij vooraf niet te kennen. “Als ik een kamer binnenstap, kan ik wel acteren dat ik daar voor het eerst binnenkom, maar dat wil ik niet, ik wil dat het echt zo is en dat ik oprecht verrast ben.” 

Krabbé glundert dat dit tv-programma het leukste is dat hij de afgelopen 53 jaar heeft gedaan. “Ik ben eraan verslaafd.” Blijkbaar zijn er meer. Naar de zoektochten naar Van Gogh, Picasso, Gauguin en Chagall die werden uitgezonden door AVROTROS, keken gemiddeld zo’n 600.000 mensen per aflevering. Dat is veel en al helemaal voor een programma over kunst. “Misschien komt het mede doordat bepaalde elementen steeds terugkeren in de reeks”, filosofeert Krabbé. “Bijvoorbeeld Machteld, de vrouw achter de cameraman, stelt mij impul-

sieve vragen vanuit de pure nieuwsgierigheid van iemand die nog niet is ingewijd in het onderwerp. Daarmee vraagt zij waarschijnlijk precies wat veel kijkers op dat moment ook willen weten. Die worden zo bij het verhaal betrokken.” 

Een ander herkenbaar vast onderdeel van Krabbé zoekt is de Volvo 245 stationwagen waarin Krabbé overal rondrijdt. “Ja, heel slim bedacht van de regisseur. Die rode huurauto wordt van tevoren overal naartoe gereden en is direct te herkennen in de drukke straatbeelden van Parijs, Rome en Madrid. De auto ging zelfs naar Wit-Rusland voor de reeks over Chagall.  

In het atelier liggen dikke boeken over de volgende kunstenaar die Krabbé gaat zoeken. Hoewel hij het zelf wel wil vertellen, mag hij na een telefoontje met de producent toch niet zeggen wie dat zal zijn. “Nog even geduld.” Ook de opnames moeten wachten. “Reizen is momenteel lastig”, glimlacht Krabbé meewarig. “Het is wat het is.” 

Curriculum vitae

Jeroen Krabbé wordt op 5 december 1944 geboren in Amsterdam. Vader en grootvader zijn bekende schilders, moeder is filmvertaalster en schrijfster 

  • 1965  Voltooit de toneelacademie. Speelt al vanaf 1963 in tal van Nederlandse films o.a. Soldaat van Oranje en De vierde man 
  • 1981 Voltooit de kunstacademie en heeft exposities in binnen- en buitenland. Veel van zijn kunstwerken zijn te zien en te koop via jeroenkrabbe.com
  • 1984 Speelt Willem van Oranje in de gelijknamige tv-serie 
  • 1985 Regisseert toneelbewerking Dagboek van Anne Frank
  •  1986 Speelt vanaf dit jaar in diverse buitenlandse films, waaronder Prince of Tides, The Fugitive, The Living Daylights 
  • 1998 Regisseert film Left Luggage 
  • 2001 Regisseert de verfilming van De ontdekking van de hemel van Mulisch 
  • 1999 Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
  • 2015 Start met de AVROTROS tv-serie Krabbé zoekt over o.a. Van Gogh, Picasso, Gauguin en Chagall

Jeroen Krabbé is al 55 jaar getrouwd met Herma van Geemert en is vader van Martijn, Jasper en Jakob

Delen