Jip, Sip en Janneke

Uit Naar de dokter van Annie M.G. Schmidt

En hij zegt: Kom maar binnen.

Hoe heet je? vraagt hij.

Ik heet Jip, zegt Jip.

En ik heet Janneke, zegt Janneke

Zo zegt de dokter.

Wat zijn jullie groot.

En dan moeten zij zich uitkleden.

Uit Een uurwerk van gedachten van Anouk Maassen

Jip en Sip komen er maar niet uit.

Jip heeft zin in frietjes, al zolang!

Het liefst met frietsaus.

Hij wil het proberen

en de uitdaging aangaan.

Jip wil beter worden en

kunnen genieten van frietjes.

Van 13 september 1952 tot 7 september 1957 publiceerde Het Parool Jip-en-Jannekeverhalen van Annie M.G. Schmidt. Een doorsneezin in deze verhaaltjes telt zes woorden met gemiddeld vier letters per woord. Dit komt overeen met het niveau wat geschikt is voor kinderen uit groep 4. Eind jaren tachtig maakte Peter Zuijdgeest, toenmalig voorlichter bij de gemeente Voorburg voor zijn trainingen Begrijpelijk schrijven voor ambtenaren een poster met de tekst Burgemeester Eenhoorn schrijft begrijpelijk. Vindt hij. Maar begrijpelijk voor wie? Jip en Janneke of Einstein? Zuijdgeest wordt beschouwd als de geestelijk vader van de term jip-en-janneketaal.

Eerder dit jaar publiceerde coassistente en blogger Anouk Maassen de bundel Een uurwerk van gedachten over mijn strijd tegen een eetstoornis. Ze schrijft: de cijfers dwalen rond in mijn hoofd. Ik heb ze tijdens mijn studie geleerd: 25% herstelt van anorexia, voor 65% is de eetstoornis chronisch en 10% overlijdt, of aan ondervoeding of aan zelfmoord. Ze vond het moeilijk om in woorden te vertellen wat je voelt: Er bestaan nu eenmaal geen woorden die je gedachten precies kunnen uitdrukken. Toch slaagde zij hierin wonderwel door Jip en Sip te introduceren, twee stemmen in haar hoofd die respectievelijk haar gezonde en zieke kant representeren.

Wat we van Jip en Janneke kunnen leren

In 2005 verscheen in het tijdschrift voor Psychiatrie een artikel van psychiater Edo Nieweg met als titel Wat wij van Jip en Janneke kunnen leren (pdf). Deze publicatie gaat over psychiatrische stoornissen die in de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) worden geclassificeerd. De auteur waarschuwt voor het gevaar dat deze stoornissen worden beschouwd als concrete, los van de mens staande aandoeningen. Er bestaat immers niet zoiets als dé ware depressie. Nieweg: De beste manier om met het DSM-systeem om te gaan (is): er gebruik van maken zonder in de realiteit ervan te geloven, en dan werkt het tot op zekere hoogte ook nog wel.  

De titel van het artikel refereert aan een voorbeeld dat de auteur geeft: In het verhaaltje ‘Een nieuwe kalender’ (van Annie M.G. Schmidt) scheuren Jip en Janneke het ene na het andere blad van januari af, nieuwsgierig als ze zijn naar het volgende plaatje. Als moeder het ziet, zegt ze geschrokken: ‘Nu is het ineens februari. En nu kan vader niet meer jarig zijn. Die is in januari jarig. Maar dat kan niet meer. Januari is al voorbij.’ Jip en Janneke (vijf jaar) zijn bijna in tranen, maar al gauw realiseren ze zich dat moeder hen voor de gek houdt. Met een verhaaltje voor kinderen legt Nieweg zijn intentie uit: wat op papier (in dit geval een kalender) staat, staat los van de werkelijkheid.

Op 25 februari jl. publiceerde Trouw een interview met roeier Bjorn van den Ende (37); voor het eerst liet deze tweevoudige olympiër zich uit over zijn worsteling met de eetstoornis boulimea: De angst om zwaarder te worden, ging mijn leven beheersen. Onafgebroken was ik met mijn gewicht bezig. De drang om af te vallen plantte een zaadje in mijn hoofd, dat ik zelf liet ontkiemen. Deze beeldspraak sluit mooi aan met hetgeen Anouk Maassen heeft gedaan. Net als Edo Nieweg wil zij haar boodschap – wat houdt haar strijd tegen een eetstoornis in – kinderlijk eenvoudig maar daardoor des te doeltreffender overbrengen.

Heeft Anouk Maassen zich door Jip en Janneke laten inspireren? Jip en Sip zijn geen buurkinderen maar tegenpolen. Maar de 27 korte verhaaltjes in Een uurwerk van gedachten laten zich ondanks de heftige problematiek van een eetstoornis even vlot als Jip-en-Jannekeverhalen lezen. Er is een trend om bij informatie over medische aandoeningen steeds vaker gebruik te maken van beeldmateriaal. Toch valt ook nog veel te verbeteren door helder taalgebruik. Dat geldt niet alleen voor de zorgsector. In het kader van de komende verkiezingen berichtte de NOS onlangs over een initiatief om moeilijke taal van politici uit te leggen.

Delen