Jong
Sinds ik vorig jaar vanwege een verhuizing (zo’n beetje) naast een leuke sportschool ben gaan wonen, sleep ik me twee tot drie keer per week die kant op om aan de conditie te werken én ondertussen wat kilootjes kwijt te raken. Kilootjes die zich gedurende de afgelopen jaren stiekem aan het lijf hadden opgedrongen. Stiekem, want als het met kleine beetjes gaat en niet écht uit de hand loopt, merkt een mens er niet zo veel van. Totdat de BMI toch verontrustend dicht bij een punt komt, waar een weldenkend mens niet wil dat zijn/haar BMI zich bevindt. Tel daarbij op dat dit weldenkende mens zich van nature het liefst zo min mogelijk beweegt en enorm van lekker eten houdt en u weet genoeg.
Oude rotten in het vak kunnen nog best veel van ze leren
De zelfverkozen interventie was dus nodig. Ook omdat ik inmiddels alweer een aantal jaren achter een computer zit. In mijn vorige leven als psychiatrisch verpleegkundige liep ik nog heel wat kilometertjes tijdens een dienst. Zo gaat dat als de buitendeuren, het washok, de badkamer, de keuken en een aantal slaapkamers op slot zitten en jij de sleutel hebt. En dan heb ik alle wandelingen van cliënten, waarbij begeleiding nodig was, nog niet genoemd. Of de dagdienst waarbij je als verpleegkundige zelf ook het programma volgde en waarin nogal wat sport was opgenomen. Bewegen ging dus vanzelf tijdens het werk. Toen ik jong was.
Inmiddels ben ik de 50 ruim gepasseerd en hoewel ik overal hoor dat 50 het nieuwe 30 is, voel ik me toch niet meer zo heel piepjong. Zeker niet nu termen als Young Professional, Generation Y en Millennials je overal om de oren vliegen. Ik heb niet zo veel met die hippe terminologie (hetgeen op zich al een teken aan de wand schijnt te zijn), maar de groepen die ermee worden aangeduid zijn natuurlijk wel belangrijk en vertegenwoordigen de toekomst. Dus doken wij in het jong-professionele leven van zorgprofessionals. U begrijpt het al; oude rotten in het vak kunnen nog best veel van ze leren. Precies zoals omgekeerd ook het geval is.