Kiezen… voor anderen!
Uit het NRC-Handelsblad van 7 februari 2017
“Aan de toch al rijk gedocumenteerde reeks rapporten over de folterkamers van het bewind van de Syrische president Assad heeft Amnesty International deze dinsdag een indringend onderzoek toegevoegd. Het gaat over de ophangingen in de Saydnaya-gevangenis bij de hoofdstad Damascus. (…) Onder valse voorwendselen – gedetineerden kregen te horen dat ze naar een civiele gevangenis met een milder regime zouden gaan – werden gevangenen geblinddoekt naar de ‘executiekamer’ geleid. (…) Ze krijgen het bevel hun laatste wens uit te spreken en moeten een vingerafdruk geven, voor hun eigen overlijdenscertificaat. (…) Vervolgens moeten ze een platformpje betreden, en krijgen ze een strop om de nek. Een luik gaat open, ze vallen.”
Als kind moest je bidden dat God de aarde van lijden zou verlossen. Kolder! Zou God werkelijk zo gek zijn om naar een zevenjarig schoolknaapje te luisteren? Tegenwoordig zeggen we begaan te zijn met het lijden van anderen. Welke anderen? Het choquerende artikel in het NRC-Handelsblad maakt dat gevoel van begaan zijn misschien een tikkeltje concreter, maar het blijft een flinterdun vliesje. Hemelsbreed scheiden ruim 3200 kilometer ons van deze mensen die zonder vorm van proces worden terechtgesteld. We weten echter niet wie ze zijn en kennen hun gezichten niet. Daardoor wordt het ook heel moeilijk om de levensgeschiedenis die ieder van hen in zich meedroeg tot leven te wekken. Zeker is dat het lijden niet ophoudt bij hun executie. Families worden doorgaans niet geïnformeerd over de dood van hun dierbaren. Voor hen gaat het lijden door. Maar wie denkt aan hen? Wie is met hen begaan?
Ik stel mij voor dat een paar van die ter dood gebrachte mannen Nourhan heetten. Nourhan is in Syrië een gebruikelijke voornaam. Het zou mij ook niet verbazen wanneer een of meerdere van hen 23 of 24 jaar oud waren. Voor mij en mijn gezin doemt dan het gezicht op van de Syrische vluchteling die wij nu zo’n zestien maanden mogen volgen op zijn moeizame levenspad. Zijn naam is Nourhan, hij is 24 jaar en komt uit Damascus. Nourhan liet zijn vriendin, ouders en zus in Syrië achter. Na de kunstacademie wachtte hem de militaire dienst maar hij gruwde van het leger. Met zijn vrije levensstijl zou hij het mikpunt van pesterijen worden. Nourhan wist ook wat hem zou overkomen wanneer men hem als dienstweigeraar te pakken zouden krijgen. Dan wachtte hem een lange gevangenisstraf, wie weet in de militaire Saydnaya-gevangenis. Zou iemand in ons land dan ooit van deze Nourhan gehoord hebben en met zijn lot begaan zijn?
Hoeveel mensen denken bij de komende verkiezingen aan de belangen van ánderen?
Het Brabants Dagblad publiceerde enige tijd geleden een artikel over drie jonge Syrische vluchtelingen, die in Vlijmen niet welkom waren. Eén van hen heet ook Nourhan. Zij zouden komen wonen in een huis, waarvan de buren op 26 juni 2015 getuige waren van het bloedbad in Tunesië waarbij een aanhanger van IS 38 toeristen met een kalasjnikov doodschoot. Ratio en gevoel raken nu met elkaar in strijd. Natuurlijk ben ik ook begaan met twee mensen die moeten leren leven met een gruwelijk trauma. Maar het had het best gekund dat de drie vluchtelingen die hun buren zouden worden, eveneens het slachtoffer waren van IS. Tellen echter dergelijke redeneringen bij de verwerking van een trauma? Begaan zijn met en logica gaan niet altijd hand in hand.
Als Nederlanders zijn we gewend om te hameren op ónze rechten. En deze rechten worden dan weer ingezet om ónze eigen belangen veiligstellen. Hoeveel mensen zullen echter bij de komende verkiezingen aan de belangen van ánderen denken en streven naar verbetering van hún rechten? Wie écht begaan is met het lot anderen, krijgt nu de kans om ‘begaan zijn met’ een stem te geven.