Klaaghonger

Mevrouw A.C.H. van Leyden, op 13 februari 1921 geboren in Kruiswijk (Zeeland)*, komt de eer toe dat speciaal voor haar de Nederlandse taal kan worden verrijkt met een nieuw woord: klaaghonger. Aan u de primeur om hiervan kennis te nemen en aan mij de nederige taak om deze casus zo zorgvuldig mogelijk op schrift te stellen. ‘Klaaghonger’ is iets anders dan ‘klaagziek’, een vorm van sociaal gedrag waarop nogal wat mopperende landgenoten een patent hebben.

Geheel in de stijl van deze chique dame die nooit aangeeft wat zij wenst (dat moeten anderen aanvoelen) maar louter wat ze níet wil, begin ik met aan te geven wat klaaghonger beslist níet is. Klaaghonger is vooralsnog géén ziektebeeld en zéker geen psychiatrische aandoening. Mevrouw van Leyden is ondanks haar gezegende leeftijd helder van geest, ze oogt charmant en is altijd keurig verzorgd. Wanneer ze in goeden doen is kun je heerlijk met haar lachen.

Zoals het woord ‘klaaghonger’ al suggereert, gaat het om een onbedwingbare behoefte om te klagen. Mensen die haar kennen mogen uiteenlopend over haar denken maar zijn opvallend eensgezind wanneer het over deze pijnlijke kant van haar gedrag gaat. Zodra iemand bij haar op bezoek komt en de klaaghonger er is, begint mevrouw zonder enige aanleiding – en soms zelfs zonder de betreffende persoon te groeten – uit het niets aan een eindeloze litanie met klachten.

Wanneer mevrouw van Leyden gepassioneerd over haar lange leven of een of andere passie of hobby zou vertellen, mag je je echt gelukkig prijzen met zo’n intelligente gesprekspartner op leeftijd. Dan laat je je lekker onderuit zakken en alles over je heenkomen, er vallen geen pijnlijke stiltes en het enige wat van jou wordt verwacht is een luisterend oor.

Het liefst zou je met een toverstokje alle onvrede uit  haar lijf willen jagen

Met deze insteek bel ik soms ook bij haar aan. Onze klagende medemens onderscheidt zich echter van de verhalende medemens doordat je iemand die klaagt graag wil helpen. Een consult bij de dokter begint met een klacht en als patiënt hoop je dat er iets met die klacht wordt gedaan. Je wil dat de dokter jou serieus neemt en jouw klacht niet bagatelliseert of – nog erger – zich hierover badinerend uitlaat.

Mevrouw van Leyden wil ook serieus worden genomen. Haar eeuwige geklaag als een verhaal zonder einde beschouwen neemt ze je beslist niet in dank af. Aan de klok die twee minuten voorloopt, de orchidee met bruine vlekjes, de schelle plafonnière, een in oog springende snoer, het broeierige incontinentiebroekje, de antibacteriële handdoekjes die zich zo lastig uit de doos laten halen, de vervelende deur van haar kledingkast… het liefst zou je met een toverstokje alle onvrede uit haar lijf willen jagen.

Zolang het bij materiële akkefietjes blijft, wil iedereen deze bejaarde dame graag van dienst zijn. Maar ook mensen moeten het ontgelden en juist degenen die zich het meest om mevrouw van Leyden bekommeren krijgen de kous op de kop. Als toehoorder gaat er dan iets in je opspelen, je kunt dan niet net doen of zij een leuk verhaal over één van haar kinderen of kleinkinderen vertelt. Na een uur heb je er schoon genoeg van en zou het liefst met de vuist op tafel willen slaan. Maar daarmee bereik je niet meer dan dat jouw boosheid wordt toegevoegd aan de ellenlange reeks met klachten.

Hoe moet de klaaghonger van mevrouw van Leyden bestreden worden? Met medicamenten, psychologische begeleiding, een directieve benadering, negeren? Er is door iedereen van alles geopperd maar het meest reëel zijn degenen die deze dame al tientallen jaren kennen: de ‘kritische’ mevrouw met haar hoge verwachtingspatroon is in wezen nooit anders geweest maar nu treedt haar gedrag meer op de voorgrond. Dat zal niet meer veranderen. We moeten het maar in liefde aanvaarden en anders zonder liefde. Maar deze klaaghonger zal nooit worden gestild.

*Omwille van de privacy zijn zowel de persoonsgegevens en andere gegevens die herleidbaar zijn gefingeerd.

Delen