Kloosterbier

Eeuwenlang was bierbrouwen letterlijk monnikenwerk. Bier en religie hebben ook een lange relatie. Vandaag de dag lopen de kerken leeg, maar kloosterbier blijft onverminderd geliefd. 

Tekst: Han Sjakes | Beeld: Shutterstock

Bier dat uit naam van abdijen wordt gebrouwen, verschilt niet wezenlijk van andere speciaalbieren. Het bier is net zo blond, amber, dubbel, tripel of quadrupel als dat van lekenbrouwerijen, al haalt de marketingafdeling weleens een oud kloosterrecept van stal. Waarom spreekt kloosterbier dan toch zo tot de verbeelding?

Het moet te maken hebben met de lange relatie van bier met religie. Bier is ongeveer twee keer zo oud als het christendom en sinds de middeleeuwen, toen brouwen nog monnikenwerk was, is het klooster de genesis van het succes van bier, dat tevens een rol speelde bij de kerstening. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt… Als bier kon zingen, klonk het gregoriaans. Misschien neemt de fantasie nu een loopje met me, maar zonder bier was de Bijbel misschien niet zo’n bestseller geworden. 

De oudste verwijzing naar het brouwen van bier in een klooster is te vinden op een plattegrond uit de 9e eeuw voor de bouw van een benedictijns klooster. Het is bewaard gebleven in de bibliotheek van de abdij van Sankt Gallen in Zwitserland. Het bouwplan is nooit uitgevoerd, maar de brouwerij zou een prominente plaats op het kloosterterrein hebben gekregen. In de late middeleeuwen (13e-15e eeuw) beschikte vrijwel elk klooster over een bierbrouwerij.

Met zo’n 25 abdijbiermerken en zes trappistenbieren is België ambassadeur van de kloosterbieren. Het zijn dan ook de Belgen die er keurmerken voor in het leven hebben geroepen: Erkend Belgisch Abdijbier en Authentic Trappist Product. In de geest van de cisterciënzer-orde van de Strikte Observantie, die ooit een volledige zwijgplicht oplegde, kent het keurmerk van de Internationale Vereniging Trappist de strengste voorwaarden. Deze organisatie telt wereldwijd twintig leden, waarvan er elf bierbrouwen. Bier moet in of nabij de abdij worden gebrouwen, onder toezicht van trappisten en trappistinnen. Tevens hebben deze brouwerijen geen winstoogmerk. De abdij neemt zijn deel voor (levens)onderhoud; de meeropbrengst gaat naar liefdadigheid en sociale projecten in binnen- en buitenland.

Kloosterbier, abdijbier, trappistenbier

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? De hoofdpunten op een rij:

  • Geen van de drie is een biersoort, ook al gaat het meestal – maar lang niet altijd – om krachtige bieren zoals dubbel en tripel.
  • Er is in principe een relatie met het klooster. Soms innig, soms niet meer dan het gebruik van de naam in ruil voor een vergoeding. Meestal betreft het een katholiek klooster oftewel abdij. Is het een abdij van de cisterciënzer-orde van de Strikte Observantie, dan noemen we het trappistenbier.

Ons land telt twee trappistenbieren: La Trappe (Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven) en Zundert (Abdij Maria Toevlucht) en voor zover we kunnen achterhalen zes bierbrouwende abdijen. Typisch Nederlands, denk ik, is het Kleiklooster in Amsterdam, een oecumenische leefgemeenschap in een flat in de Bijlmer. Ook Klooster Ter Apel is als museumklooster een geval apart. Hier geen monniken of monialen meer, wel bier en andere producten, informatie over kloosters in Groningen én een prachtige trouwlocatie.

In de kloosterbierwinkels (en webshops) worden vaak nog talloze andere ambachtelijke, vaak zelfgemaakte producten aangeboden. Kaas, olijfolie, zeep, mosterd, honing uit eigen imkerij, jam, koekjes, glaswerk. Haagsche Broeder in Willibrordushuis verkoopt in de ‘monastic conceptstore’ behalve het eigen bier producten van Nederlandse en Franse kloosters, waaronder kruidenthee, keramiek en honingsnoepjes. Brouwerij Egmond dat het bier Sancti Adalberti produceert, werkt samen met lokale ambachtelijke producenten van onder andere brood, kaas en worst.

Overigens moeten we niet al te romantische ideeën over abdijbieren koesteren, met monniken die in habijt in de ambachtelijke brouwketel staan te roeren. Hoewel de opbrengst vaak wordt besteed aan onderhoud van de gebouwen en sociale projecten, is bier serieuze business. De brouwerij van de abdij in Orval, België, bijvoorbeeld produceert jaarlijks 22 miljoen flessen bier. Het bier wordt geëxporteerd naar vijftien landen, van Finland tot Japan. In een artikel uit 2014 over de enige vrouwelijke brouwmeester van trappistenbier Anne-Françoise Pypaert telt de interviewer, de Amerikaanse bierschrijver Charles D. Cook, 37 personeelsleden. Ze werken in de Orval-brouwerij, de kaasmakerij, het laboratorium, de administratie en op de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling. De trotse brouwmeesteres staat op de foto voor een (van de vele) rijpingstanks van 100 hectoliter. Kosten noch moeite worden gespaard om ons te bekeren tot het kloosterbier.

Nederlandse kloosterbieren

Delen