Koers kwijt

Marjan Drinkwaard is tandarts en heeft een solopraktijk in Amsterdam. Ze werkt in een verzamelpand met 7 andere tandartspraktijken.

Ook al werkte ik nauwelijks de afgelopen zes weken, het voelde wel alsof ik continu dienst had. Zittend in de startblokken dacht ik na over hoe het verder moet: financieel én mentaal. Deze periode gebruik ik voor een moment van bezinning, om zaken in perspectief te plaatsen. Ik ben de koers een beetje kwijtgeraakt, maar ik kijk ernaar uit om straks weer koers te kunnen gaan varen.

Als tandarts ontving ik eind februari de eerste COVID-19-meldingen in mijn kring. Een soort griepje, dacht ik in eerste instantie. Dat veranderde toen de mondhygiënist met wie ik samenwerk zijn zorgen uitte. Hij komt uit het zuiden en constateerde dat het daar niet de goede kant op leek te gaan.

Tijdens een weekje vakantie in Zwitserland tussen 7 en 14 maart kwam bij mij het besef dat dit weleens enorme gevolgen kon gaan hebben. Voorzichtig polste ik bij andere tandartsen of zij al plannen maakten om hun praktijk te sluiten. Daar leek niemand oren naar te hebben. Terug in de auto op zondag 15 maart kwam het verlossende bericht van de overheid: Nederland ging over op een intelligente lockdown.

Opeens was mijn praktijk zo goed als dicht, een spoedgeval daargelaten

In eerste instantie dacht ik die maandag gewoon weer open te kunnen gaan. Na de persconferentie belde ik halsoverkop mijn afspraken af en deed ik de laatste (nood)behandelingen. Opeens was mijn praktijk zo goed als dicht, een spoedgeval daargelaten. Net zoals voor de rest van Nederland brak voor mij een periode van onzekerheid aan: tot wanneer hield deze situatie stand? Liever had ik gezien dat de overheid alles direct drie maanden zou sluiten. Dit geeft duidelijkheid en perspectief. De realiteit was helaas anders.

Half april vernam ik de eerste berichtgevingen over het hervatten van mijn reguliere werkzaamheden. Wat houdt dit dan precies in? Ik voel me kwetsbaar als tandarts. Anderhalve meter afstand houden is in mijn werksituatie onmogelijk. Op de praktijk komt iedereen elkaar tegen en dat maakt afstand bewaren lastig, ook al zet iedereen zijn beste beentje voor. Daarbij komt de angst dat mijn personeel, patiënten of ikzelf ziek worden.

Er is nog zo veel onduidelijk en dat maakt het lastig te bepalen waar je goed aan doet

Voordat ik mijn patiënten weer ontvang, vind ik het belangrijk om ze eerst zelf te spreken. Ik bel ze op en peil de behoefte. In die gesprekken merk ik dat mensen het juist wel fijn vinden om langs te komen. Ik had een grotere terughoudendheid verwacht, maar sommigen zien het bijna als een uitje. Wel dwingt dit mij om na te denken over welke maatregelen ik moet nemen. Er is nog zo veel onduidelijkheid en dat maakt het lastig te bepalen waar je goed aan doet. Er zijn collega’s die bijvoorbeeld de temperatuur meten. Ik moet ook gaan nadenken of ik dat wil gaan doen. Het blijft zoeken en continu afwegingen maken.

Momenteel ontvang ik weer patiënten. Ik maak kortere dagen en laat veel ruimte tussen de afspraken om te ervaren hoe het is om in deze omstandigheden te werken. Ik vind het belangrijk om voor alles de tijd te nemen. Want ook wil ik niet voorbijgaan aan wat deze situatie met mij doet als mens.

Delen