Kokende woede

Journalisten kunnen rekenen op een golf aan haatberichten zodra ze iets bijzonders publiceren. Het hoeft niet eens over Zwarte Piet te gaan. Iedereen die weerstand oproept, wordt de grond in gestampt. Het aantal treiterende ‘trollen’ op internet is niet zo groot, maar ze zetten de toon. 

Als het erg ontspoort, komen de haatzaaiers voor de rechter en worden hun accounts geblokkeerd. Goed dat er grenzen zijn. Maar voor het bestrijden van haatberichten heeft het weinig zin, stelt de Britse hoogleraar Neil Johnson vast, die duizenden haatberichten analyseerde. 

Hij zag dat haatverspreiders in groepen opereren, die door onderling contact uit kunnen groeien tot grote gemeenschappen. Hij vergelijkt het met bubbels bij het koken: kokend water en kokende woede hebben dezelfde dynamiek. Johnson, van oorsprong natuurkundige, gebruikte dit inzicht bij het bedenken van strategieën om haatcampagnes te bestrijden. Hij publiceerde gedetailleerde voorstellen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

Haat zaaien voor het goede doel

Individuen straffen heeft weinig zin zolang de woede in de bubbel blijft koken. Maar als je van een bubbel 10 procent verwijdert, dan kookt de bubbel niet meer en valt de bubbel uit elkaar. Uit de berekeningen van Johnson blijkt dat het daardoor snel rustig wordt op internet.

Het opvallendst is Johnsons waarneming dat het onderwerp van haat er weinig toe doet. Een groep die eerst zijn pijlen richt op homo’s, gaat even makkelijk ‘zakkenvullers’ in de politiek te lijf. Een professionele anti-haatcampagne kan daar slim gebruik van maken. Bijvoorbeeld door gericht haat te zaaien tussen twee bubbels. Dan heeft de rest van de wereld er geen last van.

Delen