Krimpkramp

In 2013 hebben ziekenhuizen ruim 4 procent minder behandelingen verricht dan in 2012. Waar in 2012 nog sprake was van een groei in patiëntenaantallen, is die dit jaar dus duidelijk omgeslagen in een krimp. Dat is natuurlijk ook de bedoeling: het beleid voor de zorg is gericht op substitutie van zorg van tweede naar eerste lijn en blijkbaar begint dit beleid zijn vruchten af te werpen.

Wout Adema, directeur medisch specialistische zorg bij Achmea, stelt dat deze krimp het logisch maakt om bij de zorginkoop voor 2014 naast de kwaliteit ook te kijken naar de hoogte van de financiële afspraken. Dat deze opmerking in ziekenhuisland tot verweer leidt, is duidelijk. Ziekenhuizen zijn ook gewoon bedrijven en bedrijven hebben een natuurlijke neiging om in te zetten op groei en niet op krimp. Maar Adema heeft wel gelijk. Hij zet het debat over ziekenhuisinkoop op scherp en wijst erop dat de maximale groeiruimte van anderhalf procent voor de ziekenhuizen, die in het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord was afgesproken, niet betekent dat de ziekenhuizen ook het onbetwistbare recht hebben op deze groei.

De stellingname van Adema leidt tot de reactie dat de krimp in ziekenhuisland de zorgverzekeraars nog niet het recht geeft om bij de contractonderhandelingen in te zetten op een krimp van 10 tot 15 procent. Maar dat is het spel natuurlijk. Het is een uitdaging aan de ziekenhuizen: als je vindt dat je meer waard bent, bewijs dat dan maar.

Delen