Lange adem
De meeste social-mediareacties op de actie van patiëntenorganisatie Inspire2Live, om een proefproces uit te lokken door gepatenteerde oncologische geneesmiddelen na te maken, zijn positief. Begrijpelijk, want de kernvraag die dan speelt – welk recht weegt het zwaarst: patentrecht of het recht op gezondheid? – is aansprekend. Toch ben ik benieuwd tot welk Salomonsoordeel die rechter zal komen, want het is een duivels dilemma.
Welk recht weegt het zwaarst: patentrecht of het recht op gezondheid?
Inspire2Live heeft gelijk met de stelling dat het fundamentele ‘recht op zorg voor de gezondheid’ in diverse internationale juridische afspraken verankerd is. Dat dit voor de Nederlandse staat de verplichting inhoudt om te zorgen voor een kwalitatief goed stelsel voor gezondheidszorg is ook waar. Maar de farmaceutische industrie kan stellen dat een kwalitatief goed stelsel ook betekent dat ruimte bestaat voor investering in levensreddende geneesmiddelen, en dus in patentrecht om die investering rendabel te maken. En zelfs als de Nederlandse rechter in het proefproces een uitspraak zou doen die het recht op gezondheid boven het patentrecht stelt, kan de farmaceutische industrie in hoger beroep gaan en de zaak zelfs op Europees niveau uitvechten. Dat kan jaren gaan duren en het ligt voor de hand dat gedurende die tijd de status quo – het patentrecht dus – zal worden gehandhaafd.
Afgezien daarvan is het de vraag of Inspire2Live erin zal slagen om snel het beoogde eerste middel – nivolumab – na te maken. Henk Jan Out merkte op Twitter al op: ‘Namaken van nivolumab vereist een biosimilar benadering met onder andere een miljoenen kostende fase III studie. Die gaat Inspire2Live niet betalen’. Maar ook als die studie er komt en positief blijkt, hoeft de farmaceut pas daarna naar de rechter te stappen. Tot die tijd is er immers geen reële bedreiging van het patentrecht. Voorlopig verandert het initiatief van Inspire2Live dus niets.