Liefdesverdriet om mijn vak

‘Ja, dat is het’, herkende ik toen Suzanne Schulting zei dat het als liefdesverdriet voelde toen ze niet kon trainen met haar blessure, laat staan kon deelnemen aan shorttracks. Liefdesverdriet, precies wat ik ook voel. Herkent u het? Heel graag willen en heel hard je best doen en toch niet…

Ik ben niet depressief en niet uit het veld geslagen, maar ik heb liefdesverdriet. Over mijn vak. Het is al ver in januari en de aanmeldingen komen niet op gang zoals altijd na de feestdagen. De vergoeding voor niet-contracteerde psychologen zoals wij is per 1 januari drastisch verlaagd en restitutiepolissen zijn op een enkeling na verdwenen. “7 van de 10 aanmeldingen komen toch niet, ze vinden het te duur of kunnen het echt niet betalen”, horen wij van onze assistente. Hoezo, wachtlijsten? Zo dus!

Ons weer gaan conformeren aan contracten is geen optie, daarover schreef ik al vaker. Bovendien word je als zorgverlener met contract – je conformerend aan contracteisen die je kwaliteit en autonomie bedreigen – ook nog eens geconfronteerd met de ondermaatse tarieven. Zie dan je praktijk maar eens op de been te houden. 

Liefdesverdriet, ja, dat is het. Zo hard werken, vergaderen, intervisie, bijscholen, de vele administratie doen, bloggen over de problemen in de ggz om bewustwording te genereren, etc. Allemaal gratis. En ook nog innoveren zoals wij met onze online psychologiewinkel doen, omdat we zo van ons vak houden, om bij te dragen aan psychoeducatie ter preventie, inzicht en zelfwerkzaamheid van mensen. En dan nog steeds grote zorgen hebben. Joehoe!? Is daar iemand die ons hoort?!

Pompen, verzuipen of gaan we ons losmaken?

Liefdesverdriet. “Ik moet beter voor mijzelf zorgen dit jaar, dus ik ga nog minder cliënten kunnen zien, met pijn in mijn hart. Geen administratie in de avonduren en weekenden meer. Ik ben zo moe van alles”, zegt een collega met praktijk in onze stad. “Ik denk aan vervroegd pensioen. Ik ben het zo zat, Niet mijn vak maar al het gedoe”, zegt een ander. “Ik heb een nieuwe gezinsauto nodig, maar kan deze niet betalen”, zegt weer een andere collega. Hij is boos. “We verdienen als zorgverlener ongeveer 1/3 van het salaris van een zorginkoper van een zorgverzekering. Hoe dan?!”

“Zouden matrozen op een zinkend schip ook gebaat zijn met handvatten om minder stress te hebben?”

Ik luister, lees en heb verdriet. En ik ben de enige niet. Hardwerkende professionals die zonder enige blessure of zonder gemis aan motivatie vermoeid, gefrustreerd en angstig in de touwen hangen. Ik lees ook dat er nu wordt ingezet op hoe zorgverleners beter voor zichzelf kunnen zorgen in deze barre tijden. Zouden matrozen op een zinkend schip ook gebaat zijn met handvatten om minder stress te hebben? Ik denk dat ze meer zouden hebben aan een goed schip.

We kunnen wel blijven wijzen naar het stelsel en de zorgverzekeraars, maar we kunnen ook het roer in eigen hand nemen. Stel je nou eens voor: geen enkele eerstelijns zorgverlener, psycholoog, fysiotherapeut, diëtist zou nog een contract afsluiten… Dan krijgen we een onderhandelingspositie waar je ‘U’ tegen zegt want de mensen hebben de zorg nodig die wij bieden. Dan zouden wij zorgverleners geheel zelf weer onze kwaliteit van zorg bepalen en zou onze zorg gewoon kosten wat het kost, het NZa-kostprijstarief. Dan ligt de vraag hoe we gezondheidszorg financieren, de enig juiste vraag, op tafel bij de politiek, overheid en maatschappij, bij ons allemaal dus. Wat hebben we over voor onze gezondheidszorg in ons rijke landje? Wat voor keuzes gaan we maken inzake inkomensafhankelijke premie en vergoedingen? 

Liefdesverdriet gaat over keuzes EN je losmaken. Waarom maken wij ons niet los met z’n allen? Nu zijn wij zorgverleners onderdeel van het probleem, we laten ons splitsen, gecontracteerden versus contractvrijwerkenden. Zo dragen we ongewild bij aan de wachtlijstproblematiek, aan verlies van zorgverleners die het niet meer zien zitten, die oververmoeid uitvallen, aan verlies van instroom aan jonge professionals en aan verlies van onze eigen mentale hygiëne.

Lees ook: Zo stel ik me een solidaire gezondheidszorg voor

Delen