Lootjes trekken

Iedereen die te maken heeft met verpleeghuiszorg, is geneigd mededogen te hebben met de mensen die daar werken, zei Gert van Dijk (hoogleraar cooperative business administration and governance Tilburg Universiteit) gisteren tijdens het congres Cliëntenraad: van weten naar doen. Maar, vond hij, toch moet de cliëntenraad hiermee geen rekening houden, die moet alles zeggen wat gezegd moet worden. Met andere woorden, ze moet – zoals hij het uitdrukte – “de rauwe werkelijkheid van buiten naar binnen halen.”

Met zijn opvatting dat de raad van bestuur en de raad van toezicht hiertoe onvoldoende in staat zijn, zullen cliëntenraden het wel eens zijn. Met zijn opvatting dat cliëntenraden niet te voorzichtig moeten zijn in hun rol ook. Daar is in relatie tot de medewerkers ook geen reden toe. Aan passie voor werken in de zorg ligt het immers niet bij de verpleegkundigen en verzorgenden. Dus als kritische noten gekraakt moeten worden, zullen die eerder over de organisatie en het beleid gaan dan over hen.

Cliëntenraden van verzorgingshuizen moeten niet te voorzichtig zijn in hun rol

Dat een kritische houding over de kwaliteit van verpleeghuiszorg op zijn plaats is, benadrukte ook directeur/bestuurder Dianda Veldman van Patiëntenfederatie Nederland bij de presentatie van de tussenrapportage over ZorgkaartNederland. Cliënten en vertegenwoordigers geven hun verpleeghuis gemiddeld een 7,8, “maar we weten dat mensen voorzichtig zijn”, zei ze. Begrijpelijk, wie in een verpleeghuis woont, kan ervaren zich in een afhankelijke positie te bevinden.

Eigenlijk zou iedere cliënt of cliëntvertegenwoordiger cliëntenraadslid moeten worden, stelde Van Dijk. Gewoon lootjes trekken en degene die het lootje met het vinkje trekt, wordt het voor twee jaar. Maar dat ging de aanwezige cliëntenraadsleden gisteren toch wel wat ver.

Delen