Mag ik dan met jou

Het Integraal Zorgakkoord gaat uit van samenwerken en passende zorg. Er is geld beschikbaar voor plannen die transformatie van zorg bewerkstelligen met als doel de zorg toekomstbestendig te maken. Regionaal moet meer samen geregeld worden. Digitaal en over de eigen sector heen. Regiobeelden dienen hiervoor als uitgangspunt. De woorden ‘integrale gezondheidszorg’ komen voorbij; in samenhang vormgeven van preventie, zorg en welzijn om de gezondheid en kwaliteit van zorg te verbeteren en de groei in de zorgkosten te verminderen.

Er is duidelijk beweging gaande in zorgland. Zo verschijnen er voorbeelden van goedgekeurde plannen. Regelmatig krijg ik uitnodigingen om aan te sluiten bij platforms of mono- en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. Wat ik ermee moet, is me niet meteen duidelijk. Als al langer werkende zorgverlener in de eerste lijn heb ik zeer veel samenwerkingsvormen zien komen en gaan. Ik juich alle initiatieven toe en weet uit ervaring hoeveel tijd het kost ze te organiseren. Vanuit intrinsieke gedrevenheid legde ik in het verleden al vele lijnen. Maar nu lijkt het opgedrongen. Graag wil ik ook zien wat het onze praktijk brengt.

De verwachting wordt gewekt dat we in de toekomst de gelden per regio uitgedeeld krijgen. Ook stelt men dat afspraken over de zorginkoop in de toekomst vanuit samenwerkingsverbanden worden gemaakt. De zorgverzekeraars sluiten dan niet meer met individuele zorgaanbieders contracten, maar met groepen. Is dit inderdaad het toekomstbeeld en hoe wordt de positie van iedereen dan bepaald in de verdeling?

“Als al langer werkende zorgverlener in de eerste lijn heb ik zeer veel samenwerkingsvormen zien komen en gaan”

Ook gaan er protocollen en richtlijnen regionaal gemaakt worden. Zijn die van de beroepsverenigingen niet duidelijk of moet er een eigen sausje overheen? En wat gaat er veranderen aan de zeggingskracht van beroepsverenigingen over tarieven? Wel het kwaliteitsbeleid bepalen maar geen bemoeienis met de hoogte van de tarieven. Na kritiek op deze vorm, wordt hier nader over nagedacht.

Tot nu toe waren kosten voor samenwerken veelal voor onze praktijk zelf. Met gemeentes of scholen kunnen wel afspraken gemaakt worden, maar helaas lukt dat niet altijd. De zorgverzekeraars steken  geen geld in overleg, want alles wordt als inclusief bevonden.

Hoe worden de gelden voor zorgtransformaties verdeeld? Gaat er veelal geld naar vergaderen of naar de zorg zelf? En als samenwerken zo belangrijk is, waarom zien we daar structureel zo weinig van bij zorgverzekeraars en ministeries? Daar lopen we dagelijks tegenaan. Bij het toekennen van transformatiegelden hebben de preferente zorgverzekeraars van die regio wel het beslissingsrecht. De anderen nemen dit dan over. Maar wat gebeurt er daarna? Helaas lees ik nog nergens dat er echt wordt ingegrepen in de veelheid aan verschillende opgelegde regels en financiering.

Samenwerken in de zorg en tussen de domeinen is van belang. Bij alles lees ik wel dat hierdoor geld bespaard moet worden. Tot nu toe kost het me alleen maar meer tijd en geld. Dat de patiënt er wel bij vaart dat we vanuit onze praktijk lijnen leggen met verschillende partijen staat voor mij vast. En dat zorg zoveel mogelijk integraal en passend moet zijn ook. Dat daar dan in geïnvesteerd gaat worden op langere termijn lijkt niet de bedoeling. Projectmatig worden er gelden uitgedeeld die helaas veelal niet blijvend zijn.

Hoewel dit alles sceptisch klinkt zal ik me zeker inspannen om bij te dragen aan verdere regionale samenwerking. Maar met wie ga je wel en met wie niet die samenwerking aan? In hoeverre heeft de patiënt hier baat bij? En hoeveel vergadertijd komt erbij, naast de al bestaande kringen en overlegorganen? Hopelijk krijg ik nog wat antwoorden voordat ik de vraag ‘mag ik dan met jou’ ga stellen.

Delen