Marktwerking
“Al met al functioneert het systeem niet slecht”, zegt hoogleraar betaalbaarheid van de zorg Patrick in een interessant NRC-artikel over de vraag hoe het verder moet als de ‘marktwerking’ in de zorg wordt afgeschaft. Iets waarvoor nu in de Tweede Kamer een meerderheid lijkt te bestaan.
De vraag wat het begrip ‘marktwerking’ inhoudt, beantwoordt het artikel niet (al gebruikt het gelukkig wel de voor de zorg correcte term ‘gereguleerde marktwerking’). Het is ook de vraag of de politieke partijen hierop een concreet antwoord kunnen geven.
Als een van de uitwassen van de marktwerking wordt de administratieve lastendruk van het zorgpersoneel genoemd. Die wil maar niet dalen, concludeert Nivel. Maar de vraag is wel in hoeverre zorgaanbieders zelf hier debet aan zijn.
Nogal kort door de bocht is dat de ‘commerciële ketens’ als een aan de marktwerking gerelateerd probleem worden genoemd. Dit gooit alle vormen van private equity op één hoop en dat is niet terecht. Dat het bijvoorbeeld in de huisartsenzorg voor discussie en problemen zorgt, zegt niets over andere sectoren waarin private equity actief is zoals de mondzorg.
‘Bij plannen om de marktwerking op andere onderdelen van de zorg af te schaffen past de nodige scepsis’
Hoogleraar marktordening in de gezondheidszorg Marco Varkevisser merkt terecht op dat bij spoedeisende hulp en complexe ggz-zorg concurrentie weinig toevoegt. Maar hij – en vakgenoten – waarschuwen ook dat bij plannen om de marktwerking op andere onderdelen van de zorg af te schaffen de nodige scepsis past. Op social media stellen critici direct dat zij de ‘aan de zorg’-groep vertegenwoordigen, de groep die geen verstand heeft van de zorg. Zij mogen zich afvragen hoeveel verstand zij zelf hebben van zorgstelsels. Dat mogen politieke partijen ook.