Met het oog op morgen

Wat is het geheim van een loopbaan van 44 jaar als taxichauffeur? Een peperduur, exclusief vehikel waarmee je niet over ‘s lands autowegen rijdt maar glijdt? Een in het DNA verankerd talent voor de kunst van het rijden? Een dieptepsychologisch inzicht in de grillen van medeweggebruikers? Een onverstoorbaar gemoed? Ed, die mij naar het Media Park in Hilversum vervoert, heeft het allemaal. ‘En’ – vertrouwt hij mij toe – ‘ik luister heel goed naar mijn lichaam’.

In nog geen uur tijd leer ik Ed kennen als de alleraardigste Amsterdammer die ik ooit heb ontmoet. Al resideert hij in Almere, na drie zinnen verraadt de tongval onmiskenbaar zijn roots. Een paar korte vragen volstaan dan ook om een royaal beeld op zijn leven te krijgen inclusief een opsomming van BN’ers en VIP’s die hij in de loop der jaren heeft vervoerd, waaronder – uit mijn regio – Lilian Marijnissen. Ik voel mij buitengewoon vereerd dat ik nu haar plaats mag innemen.

Ed brengt mij naar het NPO-gebouw. Ik ben uitgenodigd voor ‘Met het oog op morgen’. De uitnodiging heb ik te danken aan een paginagrote bespreking van mijn boek ‘Lijden – eigentijdse visies op de kruisweg en het laatste avondmaal’ in de NRC. Maar nog tijdens de telefonische triage waarin wordt nagegaan of ik echt iets te vertellen heb, vraag ik mij af of mijn onderwerp wel zo leuk is voor de circa kwart miljoen Nederlanders die op dit programma afstemmen.

‘Met het oog op morgen’ dateert uit mijn studententijd, toen de openingstune ‘Gute Nacht Freunde’ van Reinhard Mey mijn lijflied was. Het lied bezingt de ideale vriendschap. Tijdens mijn diensten als huisarts verbond dit radioprogramma de avond met de nacht, waarin spoedvisites dubbel zo zwaar waren. Met het vorderen der jaren verschoof mijn bedtijd echter beetje bij beetje naar vroeger op de avond. ‘s Avonds laat naar de radio luisteren zit er nu niet meer in.

‘Het lied bezingt de ideale vriendschap’

Ed kent niet alleen de weg in heel Nederland, maar ook in het zwaarbeveiligde NPO-gebouw. Hij levert mij als een ware gastheer keurig driehoog in de studioruimte af na een wandeling langs een imposante kantoortuin. Hier wordt overdag het wereldgebeuren gefilterd en bewerkt tot er behapbare brokjes nieuws overblijven. Ook hier worden avond- en nachtdiensten gedraaid, maar wanneer het om mensenlevens gaat valt er niets meer aan te redden.

Wat ik mij nog heel goed van ‘Met het oog op morgen’ herinner is dat het programma mij een huiskamergevoel gaf. In een zekere mate van intimiteit werd aan tafel nog wat hapsnap nagekeuveld over de voorbije dag. Nou, forget it! In een imposante half verduisterde hightech-omgeving, gedomineerd door TV-schermen, zorgen vier mensen ervoor dat de presentator en stuk voor stuk toegelaten gasten het draaiboek omzetten in ‘spontane’ gesprekken en muziek.

Ed heeft mij op de heenweg geruststellend toegesproken. Iedereen is aardig en alles komt goed. Maar ik voel mij als een OK-patiënt die louter tijdens de ingreep de chirurg mag zien. Direct na het interview word ik beleefd de studio uitgeloodst en een met dikke plak ‘slaafvrije’ chocola overgeleverd aan Ed, die er geen geheim van maakt dat hij de receptioniste – ‘dag schat’ – goed kent. De terugweg ervaar ik dankzij deze topklasse taxichauffeur of ik op een vliegend tapijt zit.

>> link naar het audio & videofragment van het gesprek

Delen