Mijn kerstkaarten-familie
Kerstmis geldt als écht familiefeest. Mijn vroegste herinneringen hieraan zijn echter niet bepaald feestelijk te noemen. Een uur voordat om middernacht in een stampvolle kerk de kerstmis begon – waarvan ik altijd heb gedacht dat het feest hieraan zijn naam te danken heeft – trommelde vader of moeder mij als zes- of zevenjarige uit bed. Geradbraakt en bibberend van de kou moest ik glibberend over een besneeuwd trottoir met hen mee om de geboorte van het kindje Jezus te ‘vieren’. Al die mensen bij elkaar beangstigden mij meer dan dat zij mij een familiegevoel gaven. Het lekkers wat ons thuis na de kerstviering wachtte beschouwde ik als een terechte beloning.
Voor zover het met kerstmis om familie gaat, draait het bij mij om de kerstkaarten-familie. Ook hieraan valt – laten we eerlijk zijn – weinig feestelijks te beleven, maar met hart en ziel draag ik wel bij aan een traditie die na bijna twee eeuwen dreigt te verdwijnen: het versturen van kerstkaarten. Steeds meer mensen vinden dit te duur en te tijdrovend. Daarin kan ik hen geen ongelijk geven. Voor die paar honderd euro kun je inderdaad fraaie kerstcadeaus kopen of leuke dingen doen. En ik zou in die drie tot vier dagen, waarop ik met kerstwensen in de weer ben, ook één of twee boeken kunnen lezen. Maar dan zou mijn jarenlang gekoesterde kerstkaarten-familie zomaar uit elkaar vallen.
Aanzwellend commentaar uit huiselijke kring dwingt mij jaarlijks wel tot bezinning op wie ik tot mijn kerstkaarten-familie reken. Dat commentaar is niet mals. Jezelf opzadelen met een dure, tijdrovende klus die louter leidt tot nog meer oud papier kan niet rekenen op begrip, laat staan waardering. Kerstkaarten belasten bovendien het milieu. Om de verstandhouding goed te houden is besloten tot een compromis: ieder die ons een kerstkaart stuurt krijgt er keurig één terug. Dat klinkt redelijk maar zo help je wel een rijke traditie die toch al in de gevarenzone zit om zeep. Het past ook niet bij mijn persoonlijkheid: ik laat mij nooit door anderen bepalen. Dus gaat een aantal wensen ‘illegaal’ de deur uit.
Deze bijzondere familie representeert mijn leven
Ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik een buitengewoon interessante kerstkaarten-familie heb. Het meest opmerkelijk is dat van de tweehonderd tot tweehonderdvijftig kerstwensen nog geen vijfde deel naar échte familie gaat. Vroeger waren dat er aanzienlijk meer maar de generatie boven mij is al dan niet vredig heengegaan en de generatie onder mij wens ik ook zonder kerstkaart van ganser harte het allerbeste. Ruim de helft van de kerstkaarten-familie betreft dus mensen van mijn generatie. Dankzij feedback op mijn zendingen kan het adressenbestand up-to-date worden gehouden: je wilt niet weten hoeveel mensen jaarlijks verhuizen en soms blijkt iemand overleden zonder dat ik dit wist.
Dit laatste zal verbazing wekken, want je kent toch wel de mensen naar wie een kerstwens gaat. Ik ken inderdaad hun namen en elke naam is ook verbonden met herinneringen, maar daar houdt het mee op. Een groot deel van mijn kerstkaarten-familie heb ik al heel lang niet meer ontmoet en zal ik ook nooit meer ontmoeten. Maar deze bijzondere familie representeert mijn leven. Tot hen behoren mijn boezemvriendje van de lagere school, een klasgenoot van de middelbare school, studievrienden, patiënten, buurtgenoten en mensen die ik als auteur, kunstenaar en voormalig huisarts heb leren kennen. Samen zouden zij kunnen vertellen wie ik was en ben. Samen kennen zij mij waarschijnlijk beter dan ik mijzelf ken.
De meest curieuze groep uit mijn kerstkaarten-familie krijgt ‘illegaal’ een kerstwens. Dat zijn de degenen die nooit iets van zich laten horen. Misschien zadel ik hen wel op met een schuldgevoel. Dat is echter beslist niet mijn bedoeling. Integendeel. Mijn gedachten gaan vaak naar vergeten mensen die het soms zeer zwaar te verduren hebben. Ik zou hen zo graag een hart onder de riem willen steken, al was het maar door hen een kerstwens te sturen. Het is misschien een armzalige gedachte maar voor deze immense groep medewereldbewoners staat dat kleine groepje mensen symbool die van mij goedbedoeld een kerstkaart krijgen en verder in alle toonaarden mogen blijven zwijgen.