Moederdag

Mijn vroegste herinnering is aan een vraag die ik vaak moet hebben gesteld: ‘Hoe heet ik ook alweer?’ Beeld ontbreekt. Geen kind, geen moeder. Op een zwartwitfilmpje uit die tijd speelt vader mij in onze tuin de bal aan. Ik trek mij er niets van aan en loop er lachend omheen. Sport was toen al niet mijn ding. Achteraf realiseerde ik mij dat moeder die opnamen gemaakt moet hebben. Ik kan mij uit die tijd geen foto’s van ons tweetjes herinneren. Ook van later niet.

Moeder groeide op in een gefortuneerd gezin met vier dochters, die ‘de vier goudvisjes’ werden genoemd. Mijn grootouders aan haar kant woonden in een statig pand op de Jan van Goyenkade in Amsterdam. Een kindermeisje ontfermde zich over mij. Op een dag sloot ik mijzelf op in het toilet op de begane grond. Ik raakte in paniek en schreeuwde het uit van angst. Waar bleef moeder? Ik weet niet wie mij heeft bevrijd. Sinds dit voorval ben ik bang voor afgesloten ruimtes.

Een oom van moeder was huisarts. Hij reed te paard visites. Moeder wilde ook graag dokter worden maar haar oom vond dat geen vak voor vrouwen. Als derde in het gezin was de hoop gevestigd op een jongen. Moeder moet best wel sportief en erg dapper zijn geweest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog smokkelde zij boter en ander voedsel vanuit omliggende dorpen naar haar ouderlijk huis. Haar beste vriendin is kort voor de bevrijding gefusilleerd.

Ik vroeg waarom ze mij tegen mijn zin had opgegeven voor de zeeverkenners. ‘Ik wilde van jou een man maken,’ zei ze

Moeder gaf mij tegen mijn zin in op voor de zeeverkenners in Mook. Later vroeg ik waarom ze dit had gedaan. ‘Ik wilde van jou een man maken,’ zei ze. In de kelder van The Society Shop kocht zij met mij een uniform. Ik wilde graag een korte blauwe broek van corduroy maar zij koos voor een zwarte duffelse broek die niet lekker zat en mijn huid irriteerde. Behalve mijn judokleren bestond mijn garderobe uit terlenka broeken en overhemden, die snel te kort werden.

Niet lang na de geboorte van haar vijfde kind kwam de kapelaan met de vraag wanneer de zesde zou komen. Moeder nam moedig afstand van het roomse gedachtengoed. Toen in 1962 de pil in Nederland werd geïntroduceerd, behoorde zij tot de eersten die deze anticonceptie gebruikte. Moeder had voor maatschappelijk werk gestudeerd maar wilde verder. Ze volgde een opleiding tot counselor. Ik herinner mij dat zij in dit kader ook in haar eentje naar de VS is gegaan.

Voor mijn mail-art project Laagvliegers heb ik een geboortekaartje voor mijzelf gemaakt met mijn negentiende verjaardag als geboortedatum. Ik was zeventien toen bij ons elke zondagavond vrienden kwamen kaarten. Op een keer verscheen moeder die zonder duidelijke aanleiding mij zwart begon te maken. Waarom? Toen wij trouwplannen hadden, waarschuwde zij Mia voor mij. Ook daarna gaf zij meerdere malen op mij af, zelfs in aanwezigheid van onze kinderen.

Moeder was erg begaan met mensen die het zwaar te verduren hadden. Ze nam zelfs een oom van Mia en een neef van mij langere tijd in huis. Met een vriendin richtte zij in Nijmegen het Han Fortmann Centrum op. Nog voordat mindfulness ingeburgerd raakte, kon men hier terecht voor cursussen. Zij was de bezielende spil in een uitdijende groep docenten. Niets was voor haar te veel. Ze verzorgde zelfs de planten. Op mijn voorstel is later een zaal naar haar genoemd.

Toen wij trouwplannen hadden, waarschuwde zij Mia voor mij. Ook daarna gaf zij meerdere malen op mij af

Toen bij mij een goedaardige hersentumor werd ontdekt, reageerde moeder met de opmerking dat ik met mijn levensstijl een hartinfarct had verdiend. Op een zondagmiddag vroeg zij mij haar buik te onderzoeken. Ik voelde een bloemkoolachtige zwelling. Darmkanker. In haar beleving had zij dit te wijten aan de slopende periode rond de dood van vader. Na herstel werd een uitzaaiing in de lever ontdekt. Daarvan kreeg ik de schuld. Bij een uitvaart had ik naast haar moeten zitten.

Sinds haar overlijden probeer ik goede herinneringen aan moeder bij elkaar te sprokkelen. Ze was heel goed in het organiseren van verjaardagsfeestjes en één keer nam zij het voor mij op toen vader tegen mij uitviel. De mooiste herinnering is toen zij mij hielp met de Franse vertaling van een stuk over lavendelvelden in Zuid-Frankrijk. Jaren na haar dood plantten Mia en ik lavendel aan de voet van haar graf. Daags erna hoorden we dat dit niet mocht. Alles moest weg.

Delen