Monstrueuze kunst
‘Kunst kan duiden, troosten en ogen openen, hetgeen bijdraagt aan het welzijn van patiënten, bezoekers, vrijwilligers en medewerkers. Kunst vermindert stress, bevordert het uiten van emoties, vermindert pijn en verbetert cognitieve functies.’
Het stond onlangs in een kunstmagazine. In hun boek ‘Your Brain on Art’ gaan Susan Magsamen en Ivry Ross (beiden overigens zonder medische achtergrond) nog een stapje verder: één of meer kunstervaringen per maand kunnen het leven met tien jaar verlengen. Wordt het geen tijd om in ziekenhuizen een deel van de artsen te vervangen door kunstenaars? Wat mij betreft mag veel kunst in ziekenhuizen juist vervangen worden door bakken met échte in plaats van plastic planten.
Een bezoek aan een museum of expositie elders is eigenlijk al de moeite waard, wanneer je door minstens één werk écht wordt geraakt. Hierbij gaat het dus duidelijk om meer dan iets mooi vinden. Meestal lukt het nog wel om aan te geven waarom je een schilderij mooi vindt. Maar waarom jou iets écht raakt, is lastiger om te verwoorden. Een kunstwerk kan mensen trouwens zowel in positief als negatief opzicht écht raken. In 1986 werd in het Stedelijk Museum te Amsterdam het 224 bij 544 cm metende schilderij ‘Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III’ (1967) van Barnett Newman met een stanleymes bewerkt. De actie was een protest tegen abstracte kunst, maar waarom werd juist dit werk hiervan het slachtoffer?
‘Waarom jou iets écht raakt, is lastig om te verwoorden’
Van 12 december 1971 tot 30 januari 1972 toonde de Kunsthalle in Bremen werken van de Duitse schilder, graficus en beeldhouwer Horst Antes (1936) uit de collectie van Wolf en Ursula Hermann. Wie tegenwoordig dit werk ziet*, kan zich nauwelijks voorstellen hoe negatief bezoekers op deze ‘monstrueuze kunst’ reageerden. De catalogus die bij deze expositie werd uitgegeven toont vooral weinig opzienbarende plaatjes van menselijke figuren met een buitenproportioneel groot hoofd en benen, waarbij de romp en vaak ook de armen ontbreken. Deze zogenaamde ‘Kopffüssler’ oftewel ‘koppoters’ ontstonden in de eerste helft van de jaren zestig en heeft Antes levenslang in talloze variaties gemaakt. Waarom riepen deze – voor velen toen monsterachtige – figuren zulke felle negatieve emoties op?
Zou het hebben gescheeld wanneer bezoekers uitleg hadden gekregen over deze ‘Kopffüssler’? Horst Antes liet zich namelijk niet inspireren door koppoters van jonge kinderen maar door uit hout gesneden kachina- of katsina-poppen van de Hopi, het meest spirituele indianenvolk van Noord-Amerika. Deze poppen verbeelden de spirituele essentie van alles om ons heen en leren kinderen over religie. Toen de Horst Antes in 1961 voor het eerst kachina-poppen zag, werd hij hierdoor zo geraakt, dat de kunstenaar deze op grote schaal ging verzamelen en uitgroeide tot een expert op dit gebied. Het boek over zijn collectie geldt nog altijd als een standaardwerk. Antes verwerkte in zijn oeuvre ook het geloof van Hopi in de eeuwige cyclus van schepping en vernietiging.
Eén van de bezoekers van de betreffende tentoonstelling was de 65-jarige Richard Schulz, die tot zijn pensionering Frans, Spaans en Duits aan een middelbare school had gedoceerd. Ook hij was ronduit verbijsterd door de vervreemdende wezens van Horst Antes. Natuurlijk had deze man de expositie direct kunnen verlaten, maar in plaats hiervan ging hij alle tentoongestelde werken van dichtbij bekijken en bestuderen. Schulz kwam op het lumineuze idee om een parodie op deze ‘Kopffüssler’ te maken in de vorm van 24 ‘Antes-Karikaturen’, die onder het pseudoniem Franziskus im Schnoor (ontleend aan de naam van de straat waar hij woonde) zijn gebundeld.
Een aantal tekeningen kwam in bezit van Horst Antes en één werd toegevoegd aan de collectie van Wolf en Ursula Hermann. Ruim een halve eeuw later treft men de ‘Kopffüssler’ van Horst Antes wereldwijd in musea en op tal van andere plekken. Ja, zelfs in ziekenhuizen! Maar of deze bijdragen aan het welzijn van patiënten, bezoekers, vrijwilligers en medewerkers valt te betwijfelen, laat staan of men door het zien hiervan één dag langer leeft.
* tot en met 9 maart 2025 worden 95 werken van Horst Antes tentoongesteld in de Kunstlocatie Würth in ’s-Hertogenbosch. De expositie is gratis toegankelijk.