Netwerk
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onderzoek verricht naar de (on)bereikbaarheid van voorzieningen in Nederland. Het concludeert dat voor 67-plussers in landelijke gebieden de huisartspraktijk of het ziekenhuis zonder auto niet altijd binnen een kwartier of een half uur bereikbaar zijn.
Niet bepaald een verrassing natuurlijk, het Planbureau vertelt ons wat we al lang weten. Niet iedere gemeente heeft een ziekenhuis en dat is maar goed ook. 344 ziekenhuizen in ons land zouden een kostbare aangelegenheid zijn. Nog afgezien van de vraag of de kwaliteit die er kan worden geboden verantwoord is en of de medewerkers ervoor te vinden zijn.
Dat ouderen zonder auto ook de huisarts niet binnen een kwartier of een half uur kunnen bereiken, werpt vragen op. De eerste is natuurlijk wat dit betekent voor de invulling van het begrip ‘continuïteit van huisartsenzorg’. Die mag de minister beantwoorden. De tweede is wat het kan betekenen voor de toekomstige rol van de huisarts. Is er – in het licht van de toenemende vergrijzing en de ontgroening van bepaalde gebieden in het land – plaats voor een ambulante huisarts, voor wie de praktijk geen pand is maar een auto?
Moet het niet zijn: huisarts (en ziekenhuis) slecht bereikbaar voor ouderen zonder netwerk?
De derde vraag is of ‘Huisarts (en ook ziekenhuis trouwens) slecht bereikbaar voor ouderen zonder auto’ de juiste frame is. Moet het niet zijn: ‘Huisarts (en ziekenhuis) slecht bereikbaar voor ouderen zonder netwerk’? In het Integraal Zorgakkoord lezen we dat de eigen regie en het netwerk van het individu meer op de voorgrond moeten komen te staan. Niet iedere oudere heeft een netwerk dat helpt om vervoer naar de huisarts of het ziekenhuis te regelen. Komt er een markt voor professionele netwerkaanbieders? Of gaan we als samenleving omzien naar elkaar en zelf structureel zaken regelen voor mensen die dit nodig hebben?