Nieuwe tarieven in box 3
Kleine spaarders gaan in 2017 minder box 3-belasting betalen. Mensen met een vermogen boven een ton in box 3 worden zwaarder belast. Sommigen van hen zijn al op zoek naar alternatieven, zegt Ben van der Sluis, belastingadviseur bij VvAA.
Het kabinet-Rutte presenteerde vorig jaar een schijvenstelsel voor vermogen in box 3. In elke schijf geldt een ander fictief rendement en is dus een ander bedrag aan belasting verschuldigd. Van der Sluis legt uit: “Al jaren betaalt iedereen 30 procent rendementsbelasting over het spaargeld en vermogen in box 3, gebaseerd op een vast fictief rendement van 4 procent. Dit komt neer op een belastingheffing van 1,2 procent. Het tarief van 30 procent blijft in 2017 intact, maar voor mensen met een vermogen van 100.000 euro tot een miljoen wordt voor het vermogen in deze schijf de vermogensrendementsheffing verhoogd naar 4,7 procent. Per saldo gaan zij 1,41 procent belasting betalen. Voor het vermogen vanaf een miljoen geldt een forfaitair rendement van 5,5 procent. Per saldo betekent dat 1,65 procent belasting.”
Wie onder de grens van een ton zit, gaat minder belasting over zijn vermogen betalen. Van der Sluis: “Nu heft de fiscus op basis van het forfaitair rendement 4 procent over spaargeld vanaf 21.330 euro. Vanaf volgend jaar geldt een vrijstelling van 25.000 euro. Bovendien wordt de rendementsheffing tot een ton verlaagd naar 2,9 procent; niet onlogisch gezien de extreem lage spaarrentes op dit moment. Voor deze spaarders daalt de vermogensbelasting per saldo van 1,2 procent naar 0,87 procent.”
Door de nieuwe tarieven per 1 januari 2017 zoeken mensen die vermogend zijn naar alternatieven. “Zij kiezen er bijvoorbeeld voor om vermogen aan een eigen bv te lenen of vermogen als kapitaalstorting over te hevelen naar een eigen bv”, zegt Van der Sluis. “In een bv wordt namelijk belasting geheven over de ontvangen rente en niet over een fictieve opbrengst van 4,7 of 5,5 procent.”