Nu we toch aan het bouwen zijn…

Dat er een wooncrisis is, zal niemand ontkennen. Studenten en starters kunnen geen eigen plekje meer vinden of veroorloven. En als dat wel lukt, kunnen zij net als groeiende gezinnen daarna vaak niet doorverhuizen naar een grotere woning, deels doordat de doorstroom van ouderen naar een meer levensloopbestendige woning ook stagneert.

Wat aan deze woningcrisis voorafging? Het afschaffen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, een slinkend aantal sociale huurwoningen samenhangend met de invoer van een verhuurdersheffing voor woningcorporaties, bezuinigingen op en inperking van bejaardentehuizen en verpleeghuizen en het vermarkten van de woonsector.

Daarnaast kampen we met een zorgcrisis. De kosten rijzen de pan uit, het personeelstekort in de zorg groeit, ouderen moeten zo goed en zo kwaad als het gaat langer thuis blijven wonen, mensen ondervinden eenzaamheid en het aantal dementerenden stijgt.

Wat ging er vooraf? Geheel in de neoliberale gedachte hoopte men de zorg goedkoper te maken door het te vermarkten en de private zorgverzekeraars de regie over de zorg te geven. Dat blijkt echter, voor een als publiek ervaren goed, niet zo handig en net zo weinig doordacht als de eerder genoemde inperking van woonplekken voor onze ouderen.

‘Bij het opstellen van een woonzorgvisie komt de problematiek van wonen en zorg bij elkaar’

Het is wat het is. We moeten verder. We kunnen kantoorpanden ombouwen en huizen splitsen, maar we ontkomen er niet aan dat er bijgebouwd moet worden. En als we dan toch flink aan het bouwen moeten slaan, laat het dan ook meteen toekomstbestendige wijken worden, die wellicht meerdere problemen tegelijk helpen aan te pakken. Ik doe maar een voorstel, afschieten mag, maar uitproberen wordt op prijs gesteld.

Waarom streven we niet naar een al dan niet gesubsidieerde combi-flat in elke wijk? Een flat met – naast een groot aantal woonruimtes voor senioren (vanaf 50+) en of gehandicapten – geschikte, maar vooral ook aantrekkelijke woningen, naast verschillende ándere soorten woningen, bijvoorbeeld voor studenten, starters, gezinnen, voordeur-delende alleenstaanden, enzovoort. Na een kort vragenrondje bij enkele senioren, thuiszorgverleners en jongeren, volgt het volgend gebouw-inrichtingsvoorstel.

De flat heeft een lift, een ondergrondse parkeergarage, op de eerste twee verdiepingen een gezondheidscentrum, buurthuis, soos, winkels, kapper, fitnesscentrum en restaurants. De locatie in de wijk kan het beste zo ver mogelijk afliggen van bestaande winkelcentra en andere voorzieningen, om het levendig en rendabel te houden. Maar wel zo dat de hele wijk gebruik kan maken van de reuring ter plaatse. In de rest van de wijk zorgen we verspreid voor zitjes en hofjes waar mensen elkaar prettig en veilig elkaar kunnen ontmoeten.

De inrichting bevordert de sociale cohesie, en mensen kunnen desgewenst tijdig doorstromen, langer zelfstandig boodschappen doen, naar hun zorgverlener of gewoon de gezellige drukte opzoeken als ze zich eenzaam voelen. Het langer actief kunnen deelnemen aan de samenleving zal zomaar ook de dementie-epidemie kunnen temperen. Immers ook voor het brein geldt ‘use it or lose it’. Daarnaast kunnen de ontmoetingen ook indirect tot meer nabuurschap leiden.

Thuiszorgmedewerkers en andere zorgverleners hoeven minder te reizen vanuit hun praktijk, maar ook tussen de verschillende patiënten door, waardoor meer tijd voor de patiënt overblijft dan wel meer patiënten per dag geholpen kunnen worden.

Zelfs in een puinhoop, is er altijd hoop te vinden… Ik zou zeggen, aan de slag!

Delen