Onderstroom

Het bericht dat de instroom in de zorgopleidingen nog steeds te laag is komt niet als een verrassing. Het is een chronisch probleem en dat is ook begrijpelijk. Wie scholieren wil interesseren voor een baan in de zorg, in welke discipline dan ook, zal hun taal moeten spreken en zal zich moeten presenteren op een manier die aansluit bij hun belevingswereld. Daaraan ontbreekt het.

Scholieren zien werken in de zorg als dokter of verpleegkundige zijn. Hebben ze benul van het feit dat je ook inkoper kunt zijn in de zorg, gastvrouw, voorlichter, econoom, fiscalist, huismeester, kok, hygiënist, jurist, planner, secretaresse, voedingsdeskundige, HR-manager, analist, salarisadministrateur, systeembeheerder of bedrijfsjournalist? De kans is klein. Wisten ze het wel, dan zouden ze sneller kiezen voor werk in de zorg omdat de zorg dan een heel ander imago krijgt. Het imago dat erbij past, namelijk: dat van een bedrijfstak waarin je carrière kunt maken, net zoals in elke andere.

Dit vraagt om een aanpak waarbij scholieren informatie wordt geboden over alle functies die in de zorg mogelijk zijn, inclusief een duiding van de werkinhoud, het inkomen, de studiemogelijkheden om verder te komen en de carrièreperspectieven. Een gezamenlijke aanpak kortom, waarin de opleidingen op mbo- en hbo-niveau en de ministeries van VWS en OCW participeren. Maar de centrale vraag is: wie werpt zich op als probleemeigenaar om de eerste stap te zetten? Tot nu toe doet niemand dit, en blijft de te lage instroom in de zorgopleidingen dus iedere paar jaar als nieuwsfeitje in de media terugkeren.

Delen