(On)mogelijk
“Ik wil graag, maar het praktijkhouderschap wordt ons onmogelijk gemaakt”, zegt zzp-huisarts Yoav Senft in een artikel in De Groene Amsterdammer op basis van onderzoek van journalistiek collectief Spit.
Een even heldere als verontrustende boodschap. Toch valt er strikt genomen wat op af te dingen, want de praktijkhoudende huisartsen die binnen zes jaar met pensioen gaan – en hun patiënten – zullen jonge praktijkhouders met open armen ontvangen. Impopulaire opinie: Senft geeft een mening, geen feit. Martine Verwijs onderstreept dit in hetzelfde artikel. Zij is na twaalf jaar waarnemen drie jaar geleden een eigen praktijk begonnen, en haar oproep aan jonge collega’s getuigt van haar enthousiasme voor deze beslissing: “Doe het! Ik ben in die drie jaar veel gegroeid: als mens, als leidinggevende, als organisator, als dokter.” Het is haar niet onmogelijk gemaakt.
‘Een waarnemer hoeft geen volle werkweek te maken om aan een heel fatsoenlijk inkomen te komen’
De vraag is niet alleen of andere jonge huisartsen haar lef hebben, maar ook of ze dezelfde behoefte aan groei hebben. “Als waarnemer zit je op rozen”, zegt ‘Alexandra’ in het artikel. Een waarnemer hoeft geen volle werkweek te maken om aan een heel fatsoenlijk inkomen te komen, zonder de verantwoordelijkheden van het praktijkhouderschap. Veel huisartsen geven aan dat het te zwaar is om vijf dagen in de week huisarts te zijn. Maar dit gaat voorbij aan de vraag of jonge mensen wel vijf dagen per week huisarts willen zijn.
Natuurlijk kunnen jonge huisartsen ook parttime nog steeds best praktijkhouder worden. Dat kan immers ook in een duo- of triopraktijk. Maar dat de waarnemers maar al te goed beseffen wat ze veroorzaken, zoals het artikel in De Groene Amsterdammer stelt, is toch iets anders dan bereid zijn om het huisartsensysteem zoals we dat nu nog kennen in stand te houden.