Onrealistische verwachtingen
Sinds de start van de tuchtklachtfunctionarissen in 2019 neemt het aantal contactmomenten met hen ieder jaar toe. Het jaarverslag beschrijft een groei van 1.096 (2020) via 1.215 (2021) naar 1.498 (2022). Dat het team is uitgebreid van drie naar vier tuchtklachtfunctionarissen is dus begrijpelijk.
“Maar ook over zorg die niet geleverd kán worden omdat geen huisarts meer beschikbaar is”
Het grootste deel van de klachten ging over artsen en daarbij gaat het verhoudingsgewijs het vaakst over huisartsen. Het jaarverslag meldt slechts dat het hierbij ‘de zorg (betreft) die geleverd werd door huisartsen’ maar geeft hier geen verdere inhoudelijke duiding aan. Gelet op de ontwikkelingen in de huisartsenzorg is het de vraag of het inderdaad gaat over zorg die geleverd is. Het kan ook gaan over de manier waarop de zorg is geleverd (noodgedwongen online omdat geen huisarts beschikbaar is voor face to face contact). Maar ook over zorg die niet geleverd kán worden omdat geen huisarts meer beschikbaar is.
Wat dit betreft is het veelzeggend dat Katinka Knoop, directeur van ESTT, in het voorwoord van het jaarverslag stelt dat achter de vragen en klachten niet zelden onrealistische verwachtingen over de zorg schuilgaan. Het laatste hoofdstuk van het jaarverslag heeft als titel Vooruitblik 2023, maar zegt slechts iets over de doorontwikkeling van de functie en kwaliteitsbevordering van de tuchtklachtfunctionarissen. Niet over de zorg of de klachten daarover.
Het idee gewoon te kunnen beschikken over huisartsenzorg is voor te veel mensen inmiddels al een onrealistische verwachting. Het ligt erg voor de hand dat dit op korte termijn alleen nog maar erger zal worden.