Oud en hip

Een lezeres laat in een reactie weinig heel van het Nursing nieuwsbericht over de promotie van Margriet Pol. Het nieuwsbericht gaat over het gebruik van bewegingssensoren voor thuis- en alleenwonende ouderen. De conclusie: zij zijn positief over deze vorm van monitoring, ze voelen zich veiliger. Dit laatste is zoals we weten een belangrijke voorwaarde om ook bij toenemende kwetsbaarheid thuis te blijven wonen. Een aantal van de ouderen ziet in de metinggegevens van de sensoren zelfs een motivatie om extra actief te blijven.

Maar: deze conclusies zijn gebaseerd op uitgebreide interviews met slechts elf ouderen die maandenlang sensoren in huis hadden. De reactie “En uit zo’n piepklein steekproefje wordt maar meteen geconcludeerd dat thuiswonende ouderen positief over monitoring met beweegsensoren zijn” is dan snel geplaatst.

Toch is dit te kort door de bocht. Niet alleen omdat het een mooi voorbeeld is van praktijkgericht onderzoek. Maar ook omdat het onderdeel is van een veel groter promotieonderzoek waarvan de SO-HIP studie een ander licht op het onderwerp werpt. Deze studie gaat over de toepassing van sensortechnologie in een revalidatieprogramma voor ouderen na een heupfractuur. Hierin werden 240 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 84 jaar geïncludeerd. De aanleiding ervoor was dat jaarlijks 15.000 ouderen een heupfractuur krijgen. Het is waardevol om te onderzoeken wat hen ertoe kan brengen om herhaling te voorkomen en toch weer te durven bewegen. Maar het is ook waardevol om te achterhalen of mensen inzet van bewegingssensoren acceptabel vinden om al in een eerder stadium een beeld te krijgen van hoe zij bewegen, en ze op basis daarvan kennis aan te reiken waarmee ze een valincident kunnen voorkomen. Vervolgonderzoek voor dit laatste met een groter aantal patiënten is een logische volgende stap. Maar het meteen afserveren als irrelevant is onnodig.

Delen