Patiëntbelang

Een zeer interessante en veelzeggende passage uit de berichtgeving over het feit dat de kinderhartchirurgie-discussie zich nu heeft verplaatst naar de rechtszaal: ‘De bereidheid onder umc’s om iets van hun hoogcomplexe academische zorg weg te geven, ontbreekt. Van de bereidheid tot ruilen, geven en nemen, is geen sprake. Iedereen zet in op behoud van de kinderhartchirurgie’.

De vraag is hoe dit zich verhoudt tot de stellingname van de drie verliezers in de discussie (Amsterdam, Leiden en Utrecht) dat een schorsing van het besluit over de concentratie van kinderhartchirurgie nodig is om onomkeerbare schade te voorkomen. Die onomkeerbare schade zou eruit bestaan dat patiënten, artsen en verpleegkundigen dreigen te vertrekken. De verpleegkundigen zijn zeker een aandachtspunt. Maar wat de patiënten betreft is dit geen reëel scenario. Als chirurgie levensreddend is, ondergaat de patiënt die ook in Rotterdam of Groningen.

En de artsen? In een interview voor het tijdschrift De Cardioloog eind 2021 stelden vier van hen dat het zaak was de stap naar concentratie snel te zetten. Het rapport Zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking uit april 2021 bood daarvoor voldoende onderbouwing.

Van de bereidheid tot ruilen, geven en nemen, is geen sprake. Iedereen zet in op behoud van de kinderhartchirurgie

Dat kinderhartchirurg Mark Hazekamp van het LUMC nu zegt dat er “geen echte urgentie om te concentreren” is, wekt dan ook verbazing. Kindercardioloog Beatrijs Bartelds, voorzitter van de commissie die dat advies uit april 2021 uitbracht, was daarbij toch duidelijk genoeg: “Concentratie van zorg is nodig in het belang van patiënten. Als we niet concentreren, is er risico dat de sterfte toeneemt”.

Staat dat patiëntbelang nu ook in de rechtszaal op de voorgrond?

Delen