Peugeot 308
De nieuwe 308 is, ondanks het samengaan van merken, nog steeds een ‘echte Peugeot’.
Tekst: Bart van den Acker | Beeld: Peugeot
De onderhuidse techniek van de 308 is volledig identiek aan die van de nieuwe, iets later uitgebrachte Opel Astra. Desondanks weet Peugeot de merkidentiteit goed te bewaken en dat is niet alleen een kwestie van het nieuwe logo prominent op het front zetten. Persoonlijk vind ik het uiterlijk van de 308 geslaagd: herkenbaar en toch heel modern.
De vernieuwers van Peugeot hebben zich vooral met het dashboard beziggehouden. Het stuur is weer opvallend klein en zeshoekig maar lekker hanteerbaar. Ik zie (zoals in Peugeots gebruikelijk) de tellers óver het stuur heen. Dat instrumentarium is geheel digitaal en driedimensionaal. De afleesbaarheid laat wel wat te wensen over, en het is merkwaardig dat sommige functies inconsequent zijn. Zo is het mogelijk via de adaptieve cruise control een op een verkeersbord afgelezen maximum snelheid als kruissnelheid in te stellen. Maar wanneer het systeem me vervolgens ‘ok?’ vraagt en ik de snelheid wil bevestigen, werkt die functie soms wel en soms niet. Raadselachtig!
Heel goed vind ik dat het mistachterlicht niet opnieuw aangaat als de motor is gestopt en weer wordt gestart. In het centrale display zitten tal van functies. Het meest gebruikte, het navigatiesysteem, laat soms flinke steken vallen. Zo ‘vergeet’ het bijvoorbeeld een ingestelde route als even wordt gestopt, de motor wordt uitgeschakeld en opnieuw gestart en ook stuurt het me soms een willekeurige afrit af. Sommige bestemmingen zijn gewoon niet in te voeren, maar eenmaal daar aangekomen, kent hij ze wel.
‘Herkenbaar en toch heel modern’
Ik reed de GT-uitvoering – die zich alleen onderscheidt in uitrusting, niet in techniek – met daarin bijzonder fijne, veelzijdig verstelbare voorstoelen. Het interieur is verder keurig afgewerkt, maar in de normale vijfdeurs is de zitruimte achterin krap. Vier volwassenen passen alleen met wat wederzijdse inschikkelijkheid. Wie meer zitruimte wil, kiest voor de Break, die ook een langere wielbasis heeft. De bagageruimte meet minimaal 420 liter en dat is juist heel riant.
De meest voorkomende motor in de 308 is de 1,2 liter driecilinder benzinemotor (96 kW/130 pk). Die heeft geen elektrische ondersteuning, maar als alternatief is er ook een plug-in hybrid. De driecilinder is in de testauto gekoppeld aan een heel verfijnde achttraps automatische transmissie. Ik reed gemiddeld 1 op 16, maar ook (bij vrijwel uitsluitend 100 km/u op cruise control) 1 op 19, dus de wijze van gebruik is heel bepalend.
Wat me gezien het verleden van het merk zeer verbaast, is dat tegenwoordig óók een Peugeot nodeloos keihard geveerd is. Waar is dat Franse comfort toch gebleven?
Conclusie: De nieuwe 308 is een heel moderne auto en een echte Peugeot, op het comfort en wat onvolkomenheden na.