Plofzorg

In mijn tandartsenpraktijk heb ik relatief veel oudere patiënten. Waarschijnlijk omdat mijn ouders, van wie ik de praktijk heb overgenomen, zo goed voor hen zorgden. Als ik het over ouderen heb, dan bedoel ik geen vijftigers, maar de 70-plussers die steeds vaker gebruik moeten maken van langdurige zorg. Normaal gesproken vermijd ik het woord ‘moeten’, maar hier is het wel op zijn plaats.

Mensen vinden het meestal heel vervelend als ze afhankelijk worden van (thuis)zorg, veel liever zijn ze zelfstandig. Ik zet de tv dan ook meestal uit als Van Rijn gaat praten over zelfredzaamheid, want dat is een bron van ellende. Om zorg van buitenaf zo lang mogelijk uit te stellen, gaan mensen in mijn ervaring soms veel te ver bij het helpen van hun partner. Vooral vrouwen hebben het zwaar als ze jarenlang hun zieke man zo veel mogelijk zelf proberen te verzorgen.

Hoeveel compressie kan de zorg nog hebben?

De laatste maanden heb ik een aantal patiënten teruggezien die – omdat ze waren gevallen – tijdelijk moesten worden verzorgd door de thuiszorg. Ik ben dan elke keer weer verbaasd dat tandenpoetsen blijkbaar moeilijker is dan billen wassen. Zonder enige uitzondering zijn de ervaringen van mijn patiënten hetzelfde. De thuiszorgmedewerkers zijn lieve mensen, maar ze hebben geen tijd voor iets extra’s en een keer in de twee weken douchen is wel genoeg. Ook de zorg voor het gebit schiet er vaak bij in.

Natuurlijk kunnen we verder bezuinigen op de zorgkosten, maar nog minder zorg lijkt me onmogelijk. Hoe lang moet het duren voordat de Excel-terroristen zien dat achter de cijfers een menselijke werkelijkheid schuilgaat? Hoeveel compressie kan de zorg nog hebben? De plofkip heeft meer dan vijftien jaar kunnen bestaan, voordat supermarkten beseften dat de prijs per kilo kip niet het enige is wat telt. Laten we ervoor waken dat ‘plofzorg’ geen vast begrip wordt in onze samenleving.

 

 

Delen