Plussen en minnen

“Dankjewel dat je mij wat te drinken aanbiedt. Meestal kan ik wel tegen warmte. Maar vandaag is het voor mij echt te heet. Ik zweet als een rund. En weet je: ik moet nog langs heel wat adressen. Mijn wagen ligt nog voor meer dan de helft vol. Nee, je moet niet denken dat het zwaar werk is. In- en uitladen kost mij vrijwel geen moeite: ik heb een elektrisch karretje dat keurig achter mij aan hobbelt. Daarmee gaan de goederen vanaf de wagen naar de plek waar deze moeten worden afgeleverd.

Vroeger was dat anders. Toen moest ik pakketjes rondbrengen. ’s Morgens heel vroeg begon je dan met inladen. Zo’n hele zooi pakketten is best wel zwaar werk. En elk pakketje moet je zelf naar de voordeur brengen. Hup, aanbellen en hopen dat er iemand thuis is. Anders naar de buren of overburen. En alles moet snel, ik rende de godganselijke dag heel wat af. Dan hoef je echt niet meer te sporten. Ik werkte toen nog voor een baas. Nu doe ik het voor mijzelf: dat levert veel meer op.

‘Vakantie? Nee, daar heb ik geen tijd voor’

Vakantie? Nee, daar heb ik geen tijd voor. Ik heb mijn wagen voor langere tijd gehuurd en word per uur betaald. In die twee weken vakantie loopt de huur gewoon door maar verdien je geen cent. Dat kan natuurlijk niet. Ik ben nu aan het sparen voor een eigen wagen. En later wil ik er nog drie of vier. Mijn droom is een bedrijf met een paar wagens en een stuk of acht chauffeurs. Als dat lukt, hoef ik zelf niet mee te rijden en ben ik een gelukkig mens.

Ik verdien helaas te weinig voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar die moet er zeker komen. Misschien lukt dat begin volgend jaar. Gelukkig heb ik nog nooit een ernstig ongeluk gehad en ik ben ook nog nooit stevig ziek geweest. Maar je weet het nooit. Ik ben tien of misschien wel vijftien kilo te zwaar. Die dikke buik is er gekomen toen ik met deze wagen begon. Dat heb je wanneer je je nauwelijks meer hoeft in te spannen. Nee, ik ben geen man van frietjes en snacks langs de weg.

Mijn vrouw zorgt elke ochtend voor boterhammen. Ik hoef pas rond tien uur op mijn werk te zijn. Het kost mij een uurtje om daarnaartoe te rijden. ’s Morgens vroeg heb ik tijd om met ons zoontje te spelen. Dat zijn voor mij de leukste momenten van de dag. Wanneer ik naar mijn werk rijd, gaat hij naar de peuteropvang. Omdat ik ’s avonds pas rond negen uur thuiskom, zie ik mijn kind alleen ’s morgens.

‘Bij meer minnen dan plussen hebben mensen voor mij afgedaan’

Mijn vrouw werkt niet. Die zit in de ziektewet. Ze heeft reuma aan beide armen. Dat begon na de geboorte van ons kind. Ik weet niet precies hoe die ziekte heet. Zij kan maar heel weinig met haar armen. Eigenlijk moet ze geopereerd worden: eerst links en dan rechts. Maar het kost een jaar voordat zij van die operatie is hersteld. We denken erover om aan het eind van dit jaar met de eerste operatie te beginnen. De bedoeling is dat mijn moeder dan twee jaar bij ons komt wonen.

Mijn moeder woont in Turkije. Ik ben in Nederland geboren maar van Turkse afkomst. Turkije is een mooi land om op vakantie te gaan, maar daar houdt het voor mij mee op. Daarom ben ik weer naar Nederland verhuisd. Mijn vader leeft daar nog, maar voor mij is het alsof hij is overleden. Met die man heb ik nooit wat gehad. Hij zoekt nu weer contact met ons, maar dat wil ik niet. Mensen hebben plussen en minnen. Bij meer minnen dan plussen hebben ze voor mij afgedaan. Daarom hoef ik vader nooit meer te zien.”

Delen